
Het jonge gezin van Hein en Peggy van Gurp, met de kinderen Stijn, Tom, Isa en Mare uit Heino (NL)
Jong, dynamisch, een echte familieman met passie voor de grote fond. Deze woorden zijn zeker van toepassing op de 38 jarige Hein van Gurp. Hein, die werkzaam is als technisch medewerker sociaal beheer bij een woningstichting in het naburige Zwolle, woont samen met zijn vrouw Peggy en hun vier jonge kinderen in het Overijsselse Heino. Het jonge gezin vraagt naast een drukke baan alle aandacht. Toch weet Hein met de geringe tijd die resteert, al jarenlang fantastisch in de duivensport te presteren. Na in 1987 als programmaspeler te zijn gestart, maakte hij in 1995 de overstap naar de grote fond en zonder onderbreking worden er jaarlijks geweldige prestaties neergezet. Speciaal de vluchten met de ochtendlossing genieten de voorkeur van Hein en dan praten we in dit geval over vluchten van 996 – 1269 kilometer. Het afgelopen jaar schitterde Hein in de Super Fondclub GOU meer dan ooit in deze discipline en werd hij na een ijzersterk seizoen Superkampioen in deze discipline. Maar ook op de middaglossing staat Hein meer dan zijn mannetje. Zo werd hij in het nabije verleden al 1e Nationaal NPO Brive, 3e Nationaal NPO Brive, 3e Nationaal St. Vincent en 1e Limoges Fondunie 2000 (snelste van Nederland).
Kortom, allemaal redenen om eens uitgebreid met Hein om de tafel te gaan zitten om te weten te komen, hoe hij zijn sport beleeft en op welke wijze hij zijn fondvogels verzorgt en voorbereid op de grote drachten.
Algemeen
Aan de hand van de vier jaargetijden zullen we de wijze van verzorging en voorbereiding samen met Hein doornemen. Alvorens hiermee te beginnen eerst een aantal belangrijke wetenswaardigheden.
Stamopbouw:
• Gerard Schellekens, Riel. Uit de lijn van de ‘453’ en de ‘Wringer’. Een ingeteelde stam naar het ras Delbar/Horemans.
• Piet Schellekens, Riel. Uit de lijn ‘Goede Jaarling’, met daarin o.a. Aardenbloed via Stok en het oude Schellekenssoort.
• Joop van Dam, Olst, rechtstreeks en via Tjalling van der Zee uit de lijn van de ‘Blauwe Wielink’ en een zuster van ‘Het Wonder van Bergen’.
• Jan Brinkman, Raalte. Uit de lijn ‘Tarzan’ x ‘Barend Bluf duivin’ via Hans Eijerkamp en Zonen. Ras van der Wegen x Vertelman.
• S. Schippers, Wijhe. Uit de lijn van duiven van Piet Haas uit Heerde.
Met deze duiven is een hechte stam duiven geformeerd. Het is maar hoogst zelden dat er iets nieuws in de stam wordt ingebracht.

Hokken:
Voor de oude vliegduiven, 39 koppels in totaal, is er een tuinhok van 6 m. x 2.75 m. Er wordt overigens niet met al deze duiven gespeeld. De ca. 40 jonge duiven zitten in een klein hokje van 2 m x 1,5 m. met een open voorfront.
De 9 kweekkoppels tenslotte zijn gehuisvest in een klein tuinhokje van 1,5, x 1,5 met een rennetje ervoor.
De NL 04-1548809 ‘Tatanka’. Vloog in 2006 een 43e Nationaal Bordeaux ZLU van 3.235 duiven en een 128e Nationaal Carcasonne ZLU van 3.167 duiven. Was 2e Kampioensduif Morgenlossing van de S.F.G. ‘Tatanka’ is een zoon van ‘Kluivert’, die zelf tot op zeven jarige leeftijd 14 prijzen op de overnacht vloog, waaronder vijf goede prijzen op de ZLU klassiekers. De moeder van ‘Tatanka’ is een halfzus van ‘Amigo’, die in 2000 een 14e Nationaal en een 31e Internationaal Barcelona won.
Het najaar
Het najaar staat voor de duiven na een zwaar vliegseizoen geheel in het teken van rust. De laatste jongen worden begin oktober gespeend en vanaf dat moment vliegen de duiven niet meer uit. Om het ruiproces te versterken wordt dan een tiendaagse karnemelkkuur gegeven, aangelengd met water. Een enkele keer verstrekt Hein in deze periode zijn duiven thee. Net als in de rest van het jaar wordt er volle bak gevoerd. De basis is Kweek Geel van Mariman en Kweek Extra van Wielink. Dit wordt aangevuld met ruimix en/of lijnzaad om het voer vetter te maken.
De winter
Ook in deze periode blijven de duiven binnen. Peggy, de vrouw van Hein, verzorgt de duiven één keer per dag. Er wordt dan alleen bij daglicht gevoerd en zoals altijd: volle bak en absoluut geen gerst. Half januari worden alle duiven geënt tegen paramixo, terwijl eind januari een paratyfuskuur wordt gegeven volgens het systeem van drs. Nanne Wolff. Dit houdt in 14 dagen kuren – enten – een week nakuren. Eind maart wordt er gekoppeld en als de duiven goed op de bakken zitten en gepaard zijn, gaan ze voor het eerst weer los.

De NL 04-1548827, ‘Tyco’. Deze vloog in 2006 een 3e Nationaal NPO Brive van 6.688 duiven en een 6e Internationaal Brive Midden van 8.620 duiven. ‘Tyco’ is een zoon van ‘Tyne’, die werd gekweekt door plaatsgenoot Tije de Haan. Hij is van vaderszijde van Henk Deenen en van moederszijde van Hein van Gurp ( een dochter van ‘Sabine’). De moeder van ‘Tyco’ is ‘Dochter Shakira’, een geweldige duivin met acht mooie prijzen op de overnacht en ZLU vluchten.
Het voorjaar
Nadat de duiven gekoppeld zijn trainen ze één keer per dag. De training is verplicht en de duiven moeten anderhalfuur in de lucht blijven. Alles gaat het hok uit en de lucht in. De eerste twee weken is het jagen geblazen, maar als je consequent blijft hoef je ze daarna niet meer op te jagen en trainen ze uit zichzelf. Op het eerste nest worden de duiven ingespeeld. Overigens gaan ze alleen mee bij goed weer. Liever ineens naar 300 kilometer bij goed weer, dan spelen op 100 kilometer bij slecht weer! Overigens vindt Hein het allemaal maar onzin, dat duiven voor een grote fondopdracht een bepaald aantal kilometers in de vleugels moeten hebben. De eerste fondopdracht is voor een aantal duiven Brive of St. Vincent. De jaarlingen, die als jonge duif zoals gewoonlijk slechts drie keer de mand in gaan op de natoer, slaan de eerste overnachtvlucht vanaf Brive over. ‘Te vroeg in het jaar, met daardoor te veel kans op verliezen’ zegt Hein. Op Brive wordt er gezorgd dat er op 10 dagen broeden wordt ingemand. Daarna wordt er in principe nooit meer een neststand verbroken, m.u.v. een klein aantal duiven die naar Barcelona gaan. Hein probeert altijd zoveel mogelijk het hele koppel te spelen. Eén jong blijft altijd bij de ouders tot het zelf uitvliegt. Vaak heeft een koppel op meerdere plekken in het hok een nest. Het tweede nest maken ze vaak in een hoek van het hok op de grond of achter een plankjes en schotjes. ‘Dan wordt het pas gezellig in het hok en zijn ze bezig om hun eigen territorium af te bakenen en te bewaken. Geweldig goed voor de motivatie!’
Over neststanden zegt Hein het volgende: ‘Voor mij is elke stand, een stand, behalve voor een duivin die moet leggen’. Hiermee wil hij maar aangeven dat zijn ervaring is dat er op elke neststand goed gepresteerd kan worden.
De zomer
Vanaf half juni wordt de trainingsarbeid opgevoerd. De duiven trainen dan twee keer per dag, waarbij moet worden gezegd dat de ochtendtraining dan niet verplicht is. In de voorbereiding naar de eerste grote fondvluchten worden de duiven vier dagen voor het inmanden opgevoerd met enkele pinda’s in hun woonbak. Daarnaast eivoer, supramix en gemengd grit. Een dag voor het inmanden krijgen ze vitamines. Het voerregime blijft ook in deze periode onveranderd volle bak! Tegen het geel wordt voor het eerst behandeld voor Brive, middels een poederkuur over het voer. Verderop in het seizoen wordt er individueel behandeld middels het opsteken van een geelpil. Dit gebeurt alleen als Hein denkt dat het nodig is. Ziet hij dat zijn duiven in vorm zijn, dan gebeurt er niks.
Datzelfde geldt voor ornithose. Alleen als de duiven het nodig hebben krijgen ze hier een middel tegen, na overleg met drs. Nanne Wolff uit Hattemerbroek.
Nationaal St. Vincent en Nationaal Bordeaux ZLU zijn altijd gelijk. Daarbij geeft Hein prioriteit aan Bordeaux ZLU, alhoewel hij voor de Nationale Marathon natuurlijk altijd wel een aantal duiven op St. Vincent speelt. Hein heeft overigens een duidelijke voorkeur voor deelname aan de ZLU vluchten: ’Bij een middaglossing vliegen de duiven vaak twee dagen in het warme weer. Bij ZLU vluchten is dat meestal niet het geval. De duiven komen gewoon beter weer bij de ZLU vluchten. Ze ogen frisser bij thuiskomst, ondanks dat ze dan een hele dag ervoor hebben gevlogen. Ligt dat aan het vervoer of de wijze van verzorging? Ik weet het niet. Bovendien gaan er minder duiven bij mij verloren op de ZLU vluchten t.o.v. de middaglossing. Ondanks het feit dat je op deze afstanden niet snel een 1e Nationaal of Internationaal kunt pakken blijft mijn voorkeur uitgaan naar de morgenlossing. Wat mij betreft gaan vluchten als Perigueux en Brive van de middag- naar de ochtendlossing! Overigens kun je een duif vanwege de afstanden die wij hier moeten spelen en de programmering in principe slechts twee keer in een seizoen op een ZLU vlucht spelen. Duiven van mij die naar Barcelona gaan, krijgen in dat jaar verder geen fondopdracht. Overjarigen voor de middaglossing gaan in principe drie keer per seizoen mee. Daarbij speel ik ook de najaarsvlucht vanaf Limoges, alhoewel die naar mijn idee wel te laat in het jaar is. Hij telt voor de SFG en de Fondunie 2000, vandaar dat ik hem speel’ aldus Hein.

De NL 03-1901217, ‘Isa’. Vloog een 26e Nationaal NPO Brive 2005 van 7.354 duiven en een 28e Internationaal Midden van 9.540 duiven. In 2006 vloog ze een 118e Nationaal Carcasonne van 3.167 duiven en een 21e Nationaal duivinnen! Is een zuster van ‘Stijn’, topvlieger en topkweker op het hok Van Gurp, met o.a. een 1e Nationaal NPO Brive in 2002.
Prestaties seizoen 2006
Brive (882 km.)
Regio 2 GOU Afdeling 8 1.592 d. 1, 74, 82, 86, 97 etc. 19/35
Nationaal NPO Afdeling 8 6.688 d. 3,518,569,624, etc. 18/35
St. Vincent ( 1.125 km.)
Fondclub IJsselstreek 485 d. 25,50,63 3/6
Nationaal Sector 3 6.419 d. 338,624,830 3/6
Bordeaux ( 976 km. )
SFG Afdeling 8 205 d. 1,2,9,30 4/10
Fondunie 2000 ` 935 d. 4,9,34 etc. 4/10
Nationaal ZLU 3.235 d. 43, 63, 148 etc. 4/10
Barcelona ( 1.269 km.)
SFG Afdeling 8 173 d. 4,12,29,43,44 5/7
Fondunie 2000 784 d. 6,50,111,158,159,172 6/7
Nationaal ZLU 6.777 d. 57, 425 etc. 6/7
Dax ZLU ( 1.111 km. )
SFG Afdeling 8 133 d. 4,5,20 3/6
Fondunie 2000 492 d. 8,13,60 3/6
Nationaal ZLU 3.260 d. 102,158,567 3/6
Nationaal duivinnen 707 d. 19, 106 2/4
Carcasonne ZLU ( 1.067 km.)
SFG Afdeling 8 111 d. 4,5 2/4
Fondunie 2000 451 d. 12,13,85 3/4
Nationaal ZLU 3.167 d. 118, 128 etc. 3/4
Nationaal duivinnen 586 d. 21, 140 2/2
Narbonne ZLU ( 1.061 km. )
SFG Afdeling 8 91 d. 4 etc. 2/5
Nationaal ZLU 176 1/5
Perpignan ZLU ( 1.113 km. )
SFG Afdeling 8 216 d. 10,27,30 3/11
Nationaal ZLU 4.719 d. 368,855,957 3/11
Nationaal duivinnen 1.356 d. 131, 317 2/3
Limoges ( 811 km.)
SFG Afdeling 8 993 d. 1, 12 etc. 5/20
Fondunie 2000 2.580 d. 1, 40 etc. 5/20
(Snelste duif van Nederland)
1e Superkampioen Morgenlossing SFG Afdeling 8
1e Superkampioen Superfond Fondclub IJsselstreek
1e Superkampioen Morgenlossing N.I.C. Lochem
4e Onaangewezen Kampioen Fondunie 2000 ( Afdelingen 7 t/m 11)
Tenslotte
Hein geeft aan dat de wijze waarop hij zijn duiven houdt eenvoudig is en voor iedereen te doen. Waar hij veel plezier van heeft is het feit dat zijn duiven tot op hoge leeftijd goed presteren. Vorig jaar vlogen nog een aantal zeven jarigen een knappe prijs op de grote fond. Een bewijs dat zijn aanpak en manier van spelen zeer verantwoord is ten opzichte van de duiven. Als ik hem vraag wat zijndoelstellingen voor de toekomst zijn, antwoordt hij: ‘Lekker duiven houden en met mijn hobby bezig zijn. Ik ben blij dat wij samen thuis zoveel plezier aan de duivensport kunnen en mogen beleven Het is heel mooi dat naast mijn vrouw Peggy, mijn beide zoontjes Stijn en Tom al zo bij de duiven betrokken zijn.’
Dat is Hein ten voeten uit, familieman als hij is. Nogmaals chapeau met je voortreffelijke prestaties!