“Toen ik de NL09-3913548 als tweede getekende inkorfde in het Nationaal inkorfcentrum Steenbergen, wist ik al dat ik hem bovenaan had moeten zetten,” baalt Ko van Dommelen nog steeds van zijn beslissing op de inkorfavond. “Ik had hem precies thuis gehouden voor Narbonne en de week voor inzetten maakte hij een nerveuze indruk en was zijn mest niets te mooi. ‘Dan mijn ‘Lichte Groenring’ maar als eerste’ dacht ik, een keuze die door de verschillende Nationale kopprijzen die deze topper al won zeker te rechtvaardigen was. Toen ik de ‘548’ echter uit de mand pakte om aan te geven, voelde hij zo ontzettend goed aan, dat ik al overtuigd was; dit wordt mijn eerste van Narbonne.”
En zo geschiedde; na 17 juni op Pau al de 379e Nationaal ZLU tegen 2.706 duiven te hebben gewonnen, werd de ‘548’ zaterdagmorgen 30 juli om 6.20 uur gedraaid. Een deja-vu, want als jaarling in 2010 werd hij op dezelfde Narbonne (946 km) al om 6.29 uur gedraaid om de 22e Nationaal tegen 3.850 duiven te pakken. “Ook toen onverwacht en thuisgekomen tussen de trainende thuisblijvers om eerst te drinken uit het badje voor mijn hok. Afgelopen zaterdag was ik juist hokken aan het krabben toen ik een duif hoorde vallen. ‘Vast een vermoeide van Marseille’ dacht ik en toen ik minuten later naar buiten liep, zag ik de ‘548’ zitten. De baas in paniek, de duif die weg schrikt en snel de klok opgehaald binnen. Vanaf het hok keek hij me aan alsof hij me maar een rare druktemaker vond, maar gelukkig kwam hij toen vlot binnen. Het hok krabben had geen tien minuten langer moeten duren; dan was ik de 1e Nationaal op zeker verspeeld.” Van de zeven vluchten in 2011 werd vier keer de 1e prijs in het ijzersterke Nationaal inkorfcentrum Steenbergen gewonnen door Ko van Dommelen en Nationaal pakte hij dit jaar onder andere al 8e Nat. Pau en 25e-68e-81e Nat. Bordeaux (oud) … om nu de 1e Nationaal Narbonne op te eisen.
De Narbonne-overwinning is het zoveelste hoogtepunt in één der rijkste duivencarrières van de Nederlandse zware fond. Top 10 klasseringen in St. Philipsland werden onder andere:
1e Internationaal Bordeaux jaarlingen 1995 - 4.141 d. 1e Nationaal Bordeaux jaarlingen 1995 - 3.026 d. 1e Nationaal Narbonne 2011 – 3.968 d. 1e Nationaal Dax 2006 - 3.200 d. 1e Nationaal Lourdes (tijdrace) 2005 1e Nationaal NPO Bordeaux 2004 - 3.175 d. 2e Nationaal Dax 1999 3e Internationaal Dax 2006 - 11.235 d. 3e Nationaal Dax 2004 - 13.456 d 3e Nationaal Barcelona 2010 – 7.016 d. 5e Nationaal Bordeaux ouden 2009 - 5.183 d. 4e Nationaal Dax 2006 - 2.300 d. 8e Nationaal Pau 2011 – 2.706 d. 9e Nationaal Perpignan 2004 - 7.645 d. 9e Nationaal Dax 9e Nationaal Ventoux 2003 10e Nationaal Bordeaux 2006
De fantastische Narbonne-winnaar is werkelijk een ultiem Ko van Dommelen product en sterk ingeteeld naar de fameuze ‘Paarsborst’ (inmiddels stamkweker bij Piet de Vogel), waarvan nog altijd verschillende broers, zussen, ooms, tantes, neefjes en nichtjes de kweekhokken bevolken. “Moeder van de 548 is nog een volle zus van ‘De Paarsborst’. Vader is een broer van de ‘Elastieken Zwarte’ (winnaar 10e en 15e Nationaal), die werd gekweekt uit de ‘Zwarte Pau’, een volle broer van ‘De Ultieme’ die vader is van ‘De Paarsborst’ … sterk inteelt dus, maar daar deins ik niet voor terug. Goed is goed en hoe meer fouten eruit worden gekweekt – hoe beter de duif!”
De vele successen van Ko van Dommelen maakten zijn stam wereldwijd zeer populair en velen halen ook top successen met nazaten van zijn stam duiven. “Piet de Vogel belde me dit weekend nog; hij heeft een super seizoen en zegt vooral stappen voorwaarts te hebben gemaakt sinds hij ‘De Paarsborst’ kocht. En ook mijn eigen kweekhok wordt louter door deze lijnen bevolkt.” Stamvader bij Van Dommelen werd ‘De Zwarte Deugniet’, die met zijn 1e Internat. Bordeaux jaarlingen in 1995 de definitieve doorbraak van het hok Van Dommelen betekende … een doffer gestoeld op ‘het oude Steenbergse soort’, zoals Ko het zelf noemt. “Met warm weer en wind op kop haast een zekerheid voor succes,” besluit de nestor. “Ijzersterke duiven en ook nog eens – al zeg ik het zelf - geweldig mooi. Donkere duiven met zeer malse spieren, hevige correlatie in de ogen en een sterke verkenningscirkel. Een ieder die hier komt is onder de indruk en vraagt me hoe ze zulke duiven kunnen kweken. ‘Daarvoor moet je ze eerst op je hok hebben’ zeg ik dan. ‘Pas dan kweek je ze'. Goede duiven dus, gecombineerd met een vleug ‘feeling’ van de liefhebber haast garantie voor succes. Maar die feeling hebben er weinigen. Ik voel me een duif onder mijn duiven – wellicht is dat uiteindelijk mijn ultieme geheim.”