Overslaan en naar de inhoud gaan

Leny VAN DER LINDEN - Parike-Brakel (B) 1° Nationaal Jeugdkampioen KBDB 2007 + 2008

1° Nat Jeugdkampioen KBDB 2007 + 2008,2° Nat Kampioen KBDB ‘Kleine Halve Fond’ oude 2008,
12° Nat Kampioen KBDB ‘Kleine Halve Fond’ jonge 2008.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst… zegt men wel eens. In onze ‘vergrijzende’ duivensport vormen ‘jeugdige liefhebbers’ de minderheid.

Een spijtige evolutie die niet meteen omkeerbaar is, vrezen we… vandaar ook dat het zo belangrijk is om deze jonge enthousiastelingen te koesteren, hen te begeleiden, en met raad en daad bij te staan waar nodig. Gelukkig dat hier in de meeste provincies wordt op ingespeeld via de ‘Jeugdclubs’, welke voor een stuk opvang, begeleiding en hulp kunnen zorgen… en veelal is er ook een apart kampioenschap voorzien, waar deze jeugdige liefhebbers tot 25 jaar, die volledig zelfstandig (lees: eigen hok, en eigen duiven) de duivensport beoefenen, zich onderling met elkaar kunnen meten. Deze lijn werd door de KBDB-instanties doorgetrokken tot op nationaal vlak… waar een ‘Nationaal Jeugdkampioenschap’ wordt verspeeld onder de jonge liefhebbers tussen 12 en 25 jaar over 5 vluchten (tussen het 1° weekend van mei en laatste weekend van augustus met minimum 100 deelnemende duiven, en 10 verschillende liefhebbers) met hun eerst getekende duif met een totale afstand van minimaal 500 Km (over de 5 vluchten, 1 vlucht per weekend).
Zowel in 2007 als in 2008 kwam hier dezelfde winnaar uit de bus onder de vorm van Leny Van der Linden uit Parike-Brakel. Deze streek uit de Vlaamse Ardennen is in wielermiddens genoegzaam bekend omwille van de beklimming van de Parikeberg, welke gelegen is tussen ‘Tenbosse’ en de ‘Muur’ van Geraardsbergen, waar de renners in de Ronde Van Vlaanderen meestal passeren in de finale (in 2009 niet door wegenwerken).
Leny Van der Linden zette deze streek nu ook op de kaart met zijn nationale titels, verworven via de prachtige prestaties van zijn duiven, niet alleen bij de jeugdcategorie… want Leny stond eind 2008 te Oostende op de ‘nationale podia’, ook tussen de ‘allergrootsten’ van ons land gerangschikt op de ‘kleine halve fond’, en dit zowel met oude als jonge duiven, zoals u in de titel van dit artikel kon aflezen. Zaten we hier met een nieuwe ‘nationale topper’ in wording aan tafel? Wie weet… en met de prestaties uit de jongste 2 sportseizoenen voor ogen zit die kans er zelfs zeer dik in!
Leny beklom de nationale podia met volgende resultaten:
1° Nationaal Jeugdkampioen 2008
10/5 Toury  590 d. 4
24/5 Orleans  252 d. 1
28/6 Toury  269 d. 1
02/8 Toury  316 d. 2
09/8 Toury  309 d. 2
2° Nationaal Kampioen KBDB ‘Kleine Halve Fond’ Oude 2008
03/5 Toury  835 d. 32  7    (1° en 2° getekende)
10/5 Toury  590 d. 4  3
17/5 Toury  369 d. 3  16
21/6 Toury  328 d. 15  2
28/6 Toury  269 d. 1  3

Hoe het begon
In de tuin van de ouderlijke woning stond nog steeds een oud duivenhok van Leny’s grootouders (langs moeders zijde), waarin enkele vreemde duiven een onderkomen hadden gevonden. In zijn vrije tijd vereerde Leny deze duiven al eens met een bezoekje, en kreeg zo stilaan de duivenmicrobe te pakken. Op zekere dag stelde zijn grootvader voor om deze ‘vreemde kerels’ weg te doen, en te vervangen door duiven van de ‘betere soort’. Grootvader Jozef (vroeger in de streek ook wel de ‘tovenaar van Horebeke’ of ‘Meester Van der Linden’ genoemd… enerzijds als topkampioen, maar ook als ‘meester-keurder’ ) had nog steeds goede vriendschapsbanden, of onderhield nog goede relaties met meerdere toppers uit de streek van Oudenaarde-Ronse. Zo bekwam Leny in 2000 duiven van wijlen Robert Willequet uit Kluisbergen en wijlen Georges De Jaegher uit Melden, van Roger Spitaels iut Parike (alias ‘Pijpe’, voor de vrienden), Roger Baele uit Zwalm, naast enkele duiven van Luc Van Coppenolle uit Ouwegem (die collega is  van vader Wim op de school te Oudenaarde).
Aanvankelijk werd enkel met jonge duiven aan de wedvluchten deelgenomen, waarvan de besten op het eind van het seizoen een bestemming ‘kweekhok’ kregen opgespeld.

In 2001 leverde de kruising Willequet x Van Coppenolle meteen enkele uitstekende jonge duiven op (80% van het huidige hokbestand komt trouwens nog uit deze lijnen)… de trein zat meteen op het goede spoor.
In 2003 werd voor het eerst van start gegaan met een hokje jaarlingen, die meteen de basis vormden voor het spel met de oude duiven. In 2005 kwamen een 8-tal duiven van Schoors-De Waele (via eitjes) het kweekhok versterken, terwijl de voorbije 2 seizoenen er duiven van Joost De Smeyter-Restiaen vanuit Melden richting Parike kwamen. Leny is deze mensen dan ook zeer dankbaar voor de hulp en het aangeleverde kweekmateriaal… van topkwaliteit, zo blijkt. Zoals u kan zien zit er veel ‘fondbloed’ verwerkt in de stamopbouw. In die optiek probeert Joost De Smeyter dan ook om Leny warm te maken voor het ‘fondspel’… wegens een enorm potentieel aan mogelijkheden voorhanden. Momenteel wordt de aandacht toegespitst op de halve fondvluchten, en volgens Leny zal dit nog wel een tijdje zo blijven… wetende dat voor het fondspel nog andere zaken om de hoek komen kijken. Fond betekend meestal meer duiven, meer tijd die nodig is, een ander spelsysteem enz… en men is niet meteen van plan om hokken bij te bouwen, al geeft hij wel toe dat ze echt kunnen genieten van de aankomst van duiven die van een verre vlucht komen. Daarom wil Leny straks toch een proefballonnetje oplaten richting fond (in 2008 werd een 1 op 2 behaald uit St.Vincent Jaarse), waarvoor hij onder de vorm van Joost De Smeyter en Luc Van Coppenolle over 2 ideale mentors en leermeesters beschikt.
Hij heeft een beperkt ploegje van  een 22-tal weduwnaars + 6 nestpenders, waarvan een 8-tal weduwnaars die vermoedelijk een fondbestemming krijgen, terwijl de overige 14 op de halve fond zullen gehouden worden… terwijl de 18 kweekkoppels instaan voor een 60-tal jonge duiven die jaarlijks geringd worden. Grootvader blijft echter de ‘meester keurder’, waarbij alle jonge duiven bijna wekelijks door de hand gaan… en een quota tussen 1 en 5 krijgen. De jonge duiven met een 3 of minder vliegen er onverbiddelijk uit… men ziet hier graag goed gebouwde duiven, peervormig met een sterk slot, zijdezachte pluimen en vurige ogen. Volgens grootvader worden duiven met gebreken nooit echte toppers, vandaar dat Leny deze er vrijwel meteen uit selecteert, wat neerkomt op bijna 30% van de jonge duiven. De rest moet het dan maar bewijzen op de vluchten, met als maatstaf… enkel prijzen per 10-tal. Ze moeten als jonge duif al eens enkele flitsen van hun kunnen etaleren... behalve de latere jonge duiven, die enkel goed worden opgeleerd met het oog op de toekomst, en waaruit reeds meerdere ‘toppers’ werden gehaald op latere leeftijd.

De aanpak
Alle duiven, kwekers en vliegers, worden begin december gekoppeld… waarbij de eieren van de kweekduiven vrijwel onmiddellijk onder de vliegduiven worden onderlegd. De kwekers worden dan een weekje gescheiden, en terug gekoppeld. Bij het samenstellen van de kweekkoppels wordt er wel rekening mee gehouden, om zoveel mogelijk de halve fondduiven samen te koppelen, evenals de fondduiven.  De weduwnaars brengen de jongen groot en worden dan gescheiden en verhuizen dan voor een paar weken naar de volière… eind maart worden ze dan opnieuw gekoppeld, en vertrekken na enkele dagen broeden dan op weduwschap.  Bij de aanvang trainen de weduwnaars enkel een uur ’s avonds, maar eens de halve fondvluchten eraan komen wordt er ook ’s morgens een uur getraind. Gezien Parike maar op een 30-tal Km van de Franse grens ligt, vindt Leny het niet aangewezen om zijn duiven mee te geven op Quiévrain in de massale interprovinciale lossing… de afstand is gewoon tekort voor dergelijke massalossing. Vandaar dat de oude duiven meermaals (5 à 6 keer) zelf met de ‘kleine mand’ worden opgeleerd tot een 20-tal Km, de jonge duiven soms zelfs een 10-tal keer. Dan gaan ze ineens naar Noyon, waar de oude een 2-tal keer op meegaan, de jongen zelfs 3 tot 4keer… alvorens de halve fond zijn opwachting maakt.
Tot vorig seizoen werd er vanaf dan wekelijks Dourdan of Toury gevlogen, vanaf dit seizoen zal dit door de nieuwe KBDB-normen enkel nog Etampes zijn, vermits door het interprovinciaal akkoord enkel nog Etampes als losplaats werd weerhouden. De oude duiven vliegen meestal een 3-tal  Etampesvluchten op rij, waarna er een weekje rust wordt ingebouwd, kwestie van de batterijen opnieuw op te laden en de duiven niet kapot te spelen. Na 3 weken volgt dan ook reeds een eerste selectie van de halve fondduiven, waarbij de ‘afvallers’ reeds van het hok worden verwijderd…  want het zijn nogal dikwijls deze ‘mindere goden’ die de trainingsarbeid van de andere duiven verstoren, dus beter meteen komaf maken met deze kerels volgens Leny… no mercy!
Voor de medische begeleiding van de vliegploeg vertrouwd hij op de dierenarts, waar regelmatig mee wordt gebeld, en die als er een ‘dipje’ in de uitslagen zit… met een bezoekje wordt vereerd. In normale omstandigheden volgt er om de 3 weken een blinde kuur van 2 à 3 dagen tegen thrichomonas, terwijl er wekelijks 1 dag iets tegen luchtweginfecties en de kop wordt gegeven. De duiven worden hiervoor ook preventief gedruppeld voor de inkorving en bij thuiskomst. Er wordt kwistig gebruik gemaakt van natuurproducten als thee, appelazijn, sedochol,  en andere… en verder met regelmaat wat aminozuren in het begin van de week,  en multivitamines op het voeder naar de inkorfdag toe… en een zeer ‘lichte voeding’, in hoofdzaak zuiveringsmengeling. Enkel de voorlaatste dag de helft sportmengeling, en de laatste dag 100% vliegmengeling. Wel worden er nog wat pinda’s  en snoepzaad als supplement bijgevoederd, ook als lokmiddel tot het ‘tam’ maken van de duiven. Leny heeft graag dat de duiven bij het voederen alles opeten. Via deze methode van voederen kan hij zijn duiven makkelijker aan het eten houden, belangrijk om een gans sportseizoen de vliegconditie op een hoog peil te houden. De fondduiven zullen een iets andere aanpak vereisen, daarvoor krijgt hij raad van Joost De Smeyter en Luc Van Coppenolle. Leny acht zich gelukkig dat hij voor iedere tak van de duivensport zich met de juiste mensen kon omringen of er op terugvallen, wanneer nodig. Daar ligt volgens hem dan ook  voor een groot deel de basis van zijn huidige successen.
Het spel met de jonge duiven vormt geen doel op zich, al geniet het bij Leny wel de voorkeur. Begrijpelijk, vermits hij tot enkele jaren terug, tijdens de schoolvakanties van juli en augustus zich speciaal kon toeleggen op het ‘jonge duivenspel’ . De jonge duiven worden wel verduisterd van februari tot begin juni (van 18 u tot 7u30), al spreekt Leny eerder van ‘afschermen’, vermits het volgens hem waarschijnlijk nog ‘te’ klaar is op de hokken, waardoor de pennenrui toch vroegtijdig op gang komt. Daardoor wordt het naar het eind van het seizoen toe steeds ‘schipperen’ om nog enkele duifjes te vinden die nog goed ‘in het pak’ zitten om zich met kans op succes te klasseren op de halve fondvluchten voor jonge duiven. Ze worden gespeeld op de schuifdeur.

Sportman in hart en nieren
Leny (23 j) is tewerk gesteld bij de firma Crawford (plaatsen van sectionaalpoorten, meestal in de regio West-Vlaanderen), en is in zijn vrije tijd een verwoed sportman en dierenliefhebber. In de wintermaanden is hij ook nog actief voetballer in 3° Provinciale afdeling.
Vader Wim en moeder Sabine zijn in hun vrije tijd ook echte dierenvrienden, en verzot op paarden. Toen Leny voor de duivensport koos hebben zij hun zoon hierin volop gesteund en bijgestaan. Gezien Leny door zijn dagtaak van in de vroege morgen tot vaak 17 uur in de namiddag van huis is, zijn helpende handen bij het opleren of uitlaten van de (jonge) duiven vaak meer dan welkom. Alle ingrediënten waren dus aanwezig om te slagen in de duivensport… de successen lieten dan ook niet lang op zich wachten. Vanaf het 2° speelseizoen werd reeds de plaatselijke titel binnen gehaald op de halve fond met de jonge duiven… en successtory welke jaar na jaar almaar grotere proporties aannam! Zo behaalde Leny in 2005 de 1° prijs Provinciaal + 12° Nat. Vichy, in 2007 gevolgd door de Nationale titel in de categorie Jeugd, iets wat hij in 2008 netjes overdeed, naast de andere ‘Nationale titels KBDB’ op de Kleine halve fond bij zowel oude als jonge duiven… waar Leny als jeugdig liefhebber in Oostende mee het podium opmocht tussen de gevestigde waarden op Nationaal vlak!
Daarom is het ook dubbel jammer dat deze lijn niet kon door getrokken worden op provinciaal vlak, bij de Prov. kampioenschappen KBDB Oost-Vlaanderen. Wie zich klasseert bij de kampioenen van de Oost-Vlaamse Jeugd categorie, kan zich niet meer klasseren in de andere provinciale kampioenschappen en vice versa! Het is uiteindelijk het provinciaal comité zelf die beslist wie waar wordt geklasseerd, uiteraard rekening houdend met de voordeligste klassering voor de liefhebber in kwestie… en dat vindt Leny juist discriminerend. Hij maakt de vergelijking met de ‘Tour de France’… daar rijdt de beste jongere ook in de ‘witte trui’ rond, maar hij wordt ook opgenomen in het ‘algemeen klassement’, tussen al de deelnemende renners. In de Oost-Vlaamse duivensport kan dit tot op heden blijkbaar nog steeds niet, ondanks het feit dat Leny dit reeds 2 jaar op rij heeft aangekaart bij het provinciaal bestuur! Wat niet is… kan uiteraard nog komen, maar logisch is het allerminst. Leny vond dat dit mocht, zelfs moest vermeld worden… zodat de provinciale reglementen op dat vlak hopelijk zouden aangepast worden!

Schitterend 2008
Het sportseizoen 2008 werd dus op alle vlak een voltreffer, het nationale titelgewin kan u aflezen in de hoofding van dit artikel. Toch willen we ook de resultaten en hoogtepunten uit het sportseizoen 2008 even van naderbij bekijken

Oude duiven:
Toury        269 d.    1,3,34 (3)
        282 YL    1,3,86 (3)
Toury        328 d.    2,15,20,37 (4)
Orleans        252 d.    1,40 (3)
        427 YL.    6 (2)
Orleans        277 YL.    3,14 (3)
Toury        265 d.    1,69 (3/4)
Dourdan     819 d.    3,6,84,127 (5)
        663 YL.    25,63,71,93,122 (5)
Dourdan     322 d.    2,43 (3)
        524 YL.    22,31 (3)
Jonge duiven:
29/6 Noyon    422 d.    1,6,7,15,16,18,20,25,39,49,50,56… (26/43)
06/7 Noyon    1043 d.    3,35,36,78,81,86,96,114,116… (17/27)
26/7 Ecouen    756 d.    2,5,16,26,31,44,46,56,65,68,69,70,77,93,99… (24/40)
02/8 Toury    316 d.    2,3,10,11,17,21,33,79,80 (9/14)
         Toury    775 d.    10,22,25,29,57,95… (16/21)
09/8 Toury    309 d.    2,8,9,10,11,14,17,18,25,26,27,59 (12/16)
         Orleans    816 d.    21,31,46,60,62,107… (12/14)
16/8 Toury    333 d.    6,7,19,21,35,37,38,43,44,70 (10/15)
23/8 Toury    212 d.    9,14,15,21,44,54… (9/14)
30/8 Toury    244 d.    7,49,63,71,81 (5/9)

De top halen in de nationale kampioenschappen KBDB kan enkel en alleen met ‘vroege prijzen’ met uw eerst getekenden op de uitslag, dat is zonneklaar. En vroege prijzen of ‘kopprijzen’ kan je enkel halen met topvliegers of echte crackduiven op de hokken. Laat ons toe een 3-tal van deze toppers die te Parike het mooie weer maken, en mee instonden voor het behalen van de prominente kampioenentitels, aan u voor te stellen:
-De Blauwe B05-4038596 won:
Toury        265 d.    1
Orleans        252 d.    1
    Prov    1973 d.    27
Ecouen        633 d.    3
Toury        590 d.    3
Toury        212 d.    4
Toury        148 d.    8
Toury        290 d.    14
Toury        328 d.    15
Toury        835 d.    32

-De Blauwe B08-4109017 is een dochter van ‘Den 25’, en was nagenoeg steeds de 1° getekende op de halve fondvluchten voor jonge duiven uit 2008, en had dus een overgroot aandeel in meerdere ‘titel’ die werd behaald, ze won:
Noyon        422 d.    1
Ecouen        756 d.    2
Toury        316 d.    2
Toury        309 d.    2
Toury        333 d.     6
En verder 8 prijzen op 9 inkorvingen met nog Noyon 243 d. 27, Noyon 1.043 d. 78, Noyon 1.001 d. 140.

-De ‘Dikken’ B04-4037752 vloog ook een machtige erelijst bijeen, met onder meer:
Ecouen        122 d.    1
Nanteuil    130 d.    1
Quievrain    137 d.    1
Ecouen        310 d.    2
Ecouen        240 d.    2
Ecouen          64 d.    2
Ecouen          79 d.    3
Toury        590 d.    4
Toury        835 d.    7
Quievrain    161 d.    11
Pont St.Max    307 d.    19
Noyon        533 d.    22
Pont St.Max    408 d.    24
Ecouen        633 d.    26
Een echte crack en één der steunpilaren van het hok Leny Vanderlinden!

Mooie toekomst voor zich
Leny had het onmiskenbare voordeel om van meet af aan over uitmuntende uitgangsdieren te kunnen beschikken die via de vriendenkring van grootvader Jozef te Parike op de hokken kwamen. Daar bovenop kon hij niet alleen terugvallen op de kennis en vakmanschap van zijn grootvader maar ook op ervaren kleppers en duivenvrienden als Luc Van Coppenolle en Joost De Smeyter, die Leny met raad en daad bijstaan waar nodig. Een niet te versmaden voordeel om aan de weg te timmeren naar de top van onze nationale duivensport! Iets waar deze Leny Vanderlinden de jongste seizoenen wonderwel in geslaagd is, en bovendien mooie perspectieven opent… zoveel is duidelijk. Kunnen postvatten tussen de grote tenoren op nationaal vlak op de halve fond is niet voor iedereen weggelegd, maar getuigt van stielkennis, naast een hok ‘klasseduiven’. Ingrediënten die borg staan voor een mooie toekomst in de duivensport, iets wat we Leny dan ook van harte toewensen… naast een dikke ‘proficiat’ met het behaalde ‘nationale titelgewin’ uit de voorbije seizoenen!