Overslaan en naar de inhoud gaan

Lei Martens (Meers, NL) is ZLU-specialist, marathonkampioen Fondclub Midden-Limburg en nog zoveel meer

Lei Martens is 45 jaar getrouwd met Anita en heeft 3 dochters (Juul, 7, Sem, 11, en Robin, 16 jaar oud). Voor de kost zet Lei sinds een aantal jaren elke dag tegels, zodat keukens, badkamers, toiletten etc. er weer gloednieuw uitzien. Ik leerde Lei kennen tijdens één van mijn opdrachten als interim manager bij Hoens BV in Geleen, een elektrotechnische groothandel waar Lei de expeditie aanstuurde.

Lei vertelde destijds: “vanaf de geboorte zit ik al tussen de duiven en vanaf dat moment ben ik altijd met de duiven beziggeweest. Ik zat vaak tussen de duiven huiswerk te maken, en de duiven liepen in huis over mijn bureau als ik met mijn huiswerk bezig was. Maar van studeren kwam meestal weinig in huis”, aldus Lei, en dat kan ik me bij hem wel voorstellen. “Het was niet voor niets dat ik enkele keren mijn jaar heb moeten overdoen”, vervolgt Lei zijn relaas.  Hij is ooit begonnen met het allround spel samen met zijn vader in Geleen, en na 6 jaar is hij met zijn jeugdliefde Anita in hun stulpje in Meers begonnen met de duivensport, toen hun eerste van drie dochters op komst was.

Hiermee was ook de start op de Grote Fond een feit, en daarvoor werd er aangeklopt bij topper en streekgenoot Hub Nijsten uit Geulle, die een stam had opgebouwd met duiven van Huub Oostenrijk, Jan Theelen en de Cobut-soort. Het begin van een mooie toekomst, zo bleek achteraf.

De kolonie van nu

Samen met zijn maatje John Smits worden er op beide locaties samen zo’n 150 jonge duiven per jaar gekweekt door de 25 kweekkoppels. De 5 koppels bij John zijn allemaal duiven die de meer dan strenge selectie doorstaan hebben, toen John in 2008 besloot om te stoppen met deelname aan de vluchten. Het zijn duiven afkomstig van Zef Jennen, ooit eigenaar van de 1e Nat. Asduif Barcelona van 5 jaar geleden. Zonen van deze doffer worden nu gebruikt voor de nieuwe jeugd en ze worden ook gespeeld. Van origine vinden we hier ook, zoals bij vele hokken, de Van der Wegen-duiven terug, maar er zijn ook bloedlijnen van Cremers uit Limbricht.

Lei speelt enkel met doffers, duivinnen komen dan ook hoogst zelden in de mand. De selectie vindt plaats vanaf het moment dat de schaal van het ei gebroken wordt, tot en met de rui. De jonge doffers worden tot zo’n 300 kilometer gespeeld en hebben dan ongeveer 6 vluchten afgelegd.

Jaarlingen en weduwnaars gaan tot en met de afdelingsvlucht Cahors iedere week de mand in, ook met slecht weer. “Dan leren ze om te overnachten en om te drinken”, aldus Lei. En dat ze flink aangepakt worden als jaarling blijkt wel uit de vluchten die ze vervolgens voor de kiezen krijgen als morgenlossing: achtereenvolgens vliegen ze Tours, Limoges, Bergerac en Cahors! Sommigen starten in Bordeaux ZLU in plaats van in Bergerac.

Als ZLU-specialist is Lei helemaal met de ochtendlossingen bezig, alleen St. Vincent is daar een uitzondering op. Selectie vindt dan ook plaats op duiven die ’s avonds thuis weten te komen. Deze strenge aanpak heeft in de loop der jaren uitgewezen dat dit voor Lei de beste weg is naar succes.

Waar het merendeel van de liefhebbers het schuwt om jaarlingen aan te pakken, daar is Lei er stellig van overtuigd dat dit net de beste methode is. Het eerste jaar bewijzen ze zich, het tweede jaar wordt er even gas teruggenomen en worden de duiven in bescherming genomen, en als 3-jarige duif vliegen ze weer op kop. Terwijl jaarlingen iedere week meegaan, worden de oude duiven vooral bij noorderwind gespaard. Laag vliegen heeft hem al vaak goede duiven gekost in de voorbereiding; dat risico neemt Lei niet meer.  Deze 3-jaarse weduwnaars krijgen vluchten zoals Pau, Barcelona, Marseille en Perpignan. De beste jaarlingen worden als 2-jaarse ingezet op Bordeaux en Marseille, sommigen krijgen Narbonne voor de kiezen. Tevoren krijgen ze ook meestal Limoges als afdelingsvlucht van Limburg. Voor iedere duif geldt dat de conditie van de dag bepalend is om mee te gaan.


Eén van de weduwnaarshokken

De selectie vindt als volgt plaats: jaarlingen moeten minimaal 1x 1:10 vliegen of 1x kop, 2x missen van de 3 of 4 vluchten betekent einde oefening.  2-jaarse moeten 1:10 vliegen, 3-jaarse doffers moeten top zijn, maar een misser hoeft niet meteen fataal te zijn. Om tot deze resultaten te komen wordt er driftig gezocht naar versterking. Dit doet Lei niet alleen, hij werkt al zeker tien jaar samen met zijn andere maat Theo Daalmans, in 2007 winnaar van Nationaal Irun. Zij zoeken, kopen, kweken, ruilen en testen alles samen waardoor ze samen veel sneller overtuigd zijn dat de aankopen ook een waardevolle aanvulling zijn op de kolonie.

De successen

Lei heeft de afgelopen 2 seizoenen bewezen de beste liefhebbers van Nederland uitstekend partij te kunnen geven. Diverse kampioenschappen en topprestaties zijn hem ten deel gevallen. Lei: “specialisatie en samen kweken, ruilen en in combinatie spelen is de toekomst. Doe je dat niet, dan wordt het heel moeilijk”.

En dan nog even de prijzen waar Lei op de individuele vluchten deze resultaten mee behaalde:

Nationaal ZLU 2010: 43 duiven gespeeld, 21 prijzen

Pau: 60 en 473, 2 van de 4
Bordeaux oude duiven: 159, 308, 707 en 721, 4 van de 5
Bordeaux jaarlingen: 322 en 524, 2 van de 6
Barcelona: 108 en 621, 2 van de 3
Tarbes: 36 en 43, 2 van de 6
Marseille: 294 en 431, 2 van de 5
Narbonne: 172, 584 en 659, 3 van de 6
Perpignan: 34, 37, 230 en 1144, 4 van de 8

Nationaal ZLU 2011: 34 duiven gespeeld, 19 prijzen

Tarbes: 21, 214, 431 en 676, 4 van de 5
Marseille: 22, 224 en 791, 3 van de 5
Bordeaux oude duiven: 65e en 265e, 2 van de 3
Bordeaux jaarlingen: 152, 378, 444, 825 en 934, 5 van de 12
Barcelona: 291, 745 en 893, 3 van de 3
Narbonne, 1 van de 3
Perpignan: 862, 1 van de 3

Het topkoppel

Het topkoppel van Lei Martens is “De Prinses” x “De Prins” (ofwel “De 61”). "De Prinses", Van der Wegen, Aarden, Gebr. Brugemann en Tournier, is moeder van verschillende prijsvliegers. Ook de nazaten van "De Prins", rechtstreeks van Hub Nijsten, hebben vaak mooie prijzen behaald.


Het andere weduwnaarshok

De Toppers van het hok

Even een kleine greep uit de betere duiven op het hok:

“De Knappe” 06-1864315 was goed voor een 21e Nationaal Tarbes 2011 en een 60e Nationaal Pau 2010. Zijn vader is een halfbroer van “Irunha”, van onze vriend Thei Daalmans, winnaar 1e Nationaal Irun in 2007.  De grootmoeder 04-1166845 is een dochter van de "06" van Lei, 5e Nationaal Cahors en weer een directe zoon van het koppel “De Prins” x “De Prinses”. De grootouders aan de andere kant zijn de 91-2809461 en de 98-1648941, het eerste stamkoppel waar het allemaal zo’n beetje mee begonnen is. Zij kwamen rechtstreeks van Hub Nijsten uit Geulle en samen met duiven van Jan Theelen,Cobut en Oostenrijk vormen zij de basis van Lei zijn hele hok!

“De 3 musketiers” 09-1547373, 10-2031144 en 10-2031145, 3 volle broers komen uit het nieuwe  "kweekkoppel" “De Bandiet” 08-1864060 x “De Dikke Lei" 07-1087283. Zij gaven in twee jaar tijd 2x een eerste prijswinnaar van Cahors morgenlossing in het eigen samenspel.

“De Dikke Lei " is in het najaar van 2007 bij Lei Kurvers gehaald. Zij is zowel van vaders als van moeders zijde een kleindochter van Perpignan King, één van de beste duiven die Lei ooit in zijn bezit heeft gehad, en die 5 top-100 prijzen op Nationale ochtendlossing vloog met o.a. 3e Nat. Perpignan 2002 en 21e Nat. Pau in hetzelfde jaar. Een gouden greep zo blijkt nu.

“De Bandiet” heb ik van Thei Daalmans gekregen, hij kwam ze hier in het najaar aanbieden, zonder dat ik ernaar gevraagd had. Het is waarschijnlijk het beste cadeau dat ik ooit gekregen heb”, aldus Lei. Zijn vader is de “Irunha”  1e Nationaal Irun 2007 en de moeder is “Robin”, dochter van het kweekkoppel “De Prins” x “De Prinses”, die Lei op zijn beurt weer aan Thei cadeau had gedaan!

“ ‘t Streepke” 06-1406744

37e Nationaal Perpignan 2010
37e Nationaal Tarbes 2010
54e Provinciaal Bergerac 2007
107e Nationaal Bordeaux 2008
119e Nationaal Pau 2009

Deze topper komt weer uit een doffer van vriend Theo Daalmans, uit een broer van de 12e Provinciaal Bergerac 2005, 100% Hub Nijsten Geulle, uit zijn halfbroer 1e Nat. Pau. De moeder komt opnieuw uit een samenkweek tussen Lei en Theo met als vader de 5e Nationaal Marseille 2003 van Lei.


Wat goed is, gaat achter slot en grendel

De toekomst

Gezien je harde aanpak, de samenwerking en de wil om te presteren ben ik er van overtuigd dat de duivensport de naam Lei Martens nog veel meer zal gaan horen in de komende jaren, succes kerel!