De Fondunie2000 heeft in 2009 een nieuwe weg ingeslagen met betrekking tot de kampioenschappen. Het onaangewezen en aangewezen kampioenschap werden aan elkaar gekoppeld in een nieuw keizerkampioenschap waarbij de eerste duif en de getekende duif de punten binnen halen.
Na Limoges in september kan de balans opgemaakt worden en komen de kampioenen uit de bus rollen. Dit jaar gaat het kampioenschap wederom naar afdeling 7 en wel naar Voorthuizen. Jan Doppenberg stond eerder dit jaar al in de picture met zijn overwinning op Narbonne in de Fondunie2000 (14e nationaal) en een 5e nat. Bergerac. Als slagroom op de taart is hij de Keizerkampioen 2009. Samen met de nummer 2 in de totaalstand, John Willems uit Ewijk, ben ik deze regenachtige sinterklaasochtend te gast in huize Doppenberg.
Het seizoen 2009 heeft de liefhebbers van de zware marathonvluchten weer aan het denken gezet. Op 5 van de 8 vluchten met ochtendlossing werden de kopduiven op de lossingsdag geconstateerd. Barcelona vormde een uitzondering op de regel, waarbij de prijzen na de 2e concoursdag nog niet verdiend waren. Nederland staat wereldwijd bekend om haar geweldige fondduiven, zo is het ‘Steenbergse soort’ alom geroemd. De laatste jaren is vooral ook de ‘Noord-Hollandse’ fondduif in opmars. De vraag is echter of de discussie voor het inbrengen van snelheid in de stam zinvol is. Waarom zult u zich misschien afvragen. Laten we de diverse kampioenschappen erbij pakken en dit spiegelen aan de laatste jaren. Duidelijk is dat vluchten sneller worden en menig concoursduur korter wordt, uitzonderingen daargelaten. Wat echter een feit is dat de kampioenen over het algemeen dezelfde zijn, hokken die al jaren aan de top staan, hebben zich in 2009 wederom weten te onderscheiden. Enkele voorbeelden: Mevr. L. van de Wegen uit Steenbergen wint zowat alles bij de ZLU-kampioenschappen, hoe lang staan zij al niet aan de top? Wouter van de Hoek uit Putten, al jaren succesvol op de middaglossingen en afgelopen jaar winnaar van de Marathon Noord middaglossing en autowinnaar. In de Fondunie2000 zien we de laatste jaren vertrouwde namen bij de kampioenen zoals Comb. van den Berg uit Utrecht, P.J. van den Berg uit Benschop, Mevr. A. Wouterse uit Varik, Gerard van Tuyl, enz.
Zouden deze liefhebbers allemaal jaren geleden begonnen zijn met het inkruisen van snelheidsduiven? Deze vraag is alleen per liefhebber te beantwoorden, omdat bij een ieder een eigen stamopbouw aan de basis ligt. Bij de een komen hier snelheidsduiven in voor, bij de ander weer niet. Misschien is het wel zo dat de duiven mee evolueren met wijzigende klimaatomstandigheden. Een topper die al jaren succesvol voortborduurt op zijn eigen stam is Jan Peters uit Bemmel. Een aantal jaren geleden konden zijn duiven nooit kop pakken onder snelle omstandigheden. Tegenwoordig doen de omstandigheden voor zijn duiven niet ter zake, ze pakken gewoon kop, terwijl hij geen (nauwelijks) vreemde inbreng in zijn stam heeft doorgevoerd.
Jan Doppenberg
Nog even een korte introductie van onze kampioen. Jan is via zijn vader, Jaap Doppenberg, in aanraking gekomen met duiven. Jan is in het dagelijks leven zelfstandig metselaar en timmerman (ZZP’er) in de bouw. In juli van afgelopen jaar maakte Jan zich totaal geen zorgen voor de recessie in de bouw en nu nog steeds niet, het werk wordt hem simpelweg in de schoot geworpen en hij dreigt zelfs te moeten nee-verkopen komende maanden. Vanaf 1997 is hij overgeschakeld naar de grote fond. De overschakeling naar de fond is mede veroorzaakt door een aanvlieger van Erik Aldus uit Opijnen. Hier is een vriendschap ontstaan tussen beide mannen die ervoor heeft gezorgd dat Jan een stam duiven heeft verzameld, gebaseerd op de Superkweker (87-723) van Erik Aldus. Wat deze doffer heeft voortgebracht is ongelofelijk en hij vererft al generaties lang door. Deze 723 is nog van het soort Janssen-Arendonk x Jan Aarden. Bij Jan zijn de ‘Aldus-duiven’ later gekruist met duiven van Gerard van Tuyl uit Hellouw (rechtstreeks en via Henk v/d Haar). In de zoektocht naar goede duiven heeft Jan ook aangeklopt bij Ben van Holland uit Ede, een liefhebber die in het bezit is van de Steketee-duiven.
Een trend van de laatste jaren is zeker het met meerdere liefhebbers beoefenen van de duivensport. Voorbeelden hiervan zijn gedeelde investeringen, gezamenlijk kweekhok, enz. Prachtig voorbeeld zijn Piet Overkleeft uit ’s-Gravenzande en Jan de Wijs uit Den Hoorn, 2 hokken die de afgelopen jaren top gepresteerd hebben. Zij putten samen uit een kweekhok waarin het beste van beide vertegenwoordigd is en gaan samen op zoek naar versterkingen elders. Andere voorbeelden zijn de familie Van Houten uit IJsselstein (internationale Barcelona-winnaars), maar ook Jan Doppenberg en Erik Aldus. In het seizoen bellen ze elkaar elke week en na het seizoen is er ook geregeld contact. Meestal wordt aan het einde van het seizoen nog gekweekt, waarbij het beste tegen het beste gezet wordt van beide hokken. Ook met Theo de Ruiter uit Opijnen is er regelmatig contact en worden duiven uitgewisseld. Feit is dat de verschillende hokken zich aan elkaar optrekken en op een hoger niveau komen.
Methode Doppenberg
Jan heeft een breed scala aan kweekduiven. Hij handelt nog wel eens impulsief, zo geeft hij zelf aan. Hij kan zijn dat hij zijn zinnen zet op duiven van een topliefhebber en dan voor jonge duiven gaat uit enkel de beste duiven. Als eerder vermeld wordt het kweekhok ook versterkt met late jongen uit speciaal samengestelde koppels. Diegene die hem het beste aanstaan blijven zitten, de rest wordt verwijderd. Totaal zijn er zo’n 24 kweekkoppels die zorgen voor zo’n 100 jonge duiven. De jongere koppels worden gebruikt als voedsterkoppels en soms wordt later in het jaar nog een tweetal jongen hieruit gekweekt. De jonge duiven worden afgericht en vervolgens op de natoer meegegeven om ervaring op te doen. Als jaarling wordt er niet zo veel aandacht aan de duiven besteed. In de winter van 2008-2009 hebben de jaarlingen de nodige gezondheidsproblemen gehad, met als gevolg niet volledig uitgeruide duiven. Toch is Jan tevreden over de verrichtingen van deze jongelingen in 2009. Eentje pakt zelfs de 5e nat. Bergerac op oude pennen! Een keer of 6 gaan ze mee op de vluchten om vervolgens niet meer met ‘vreemde’ duiven in de mand te komen. Vervolgens worden de duiven medisch ‘gecheckt’ en waar nodig voorzien van de benodigde medicatie. Hierna worden ze enkel nog zelf gelapt (een keer in de week, soms een keer in de twee weken, net hoe het uitkomt). Ditzelfde programma geldt ook voor de oude duiven. De jaarlingen vliegen in principe Perigieux en Bergerac en moeten dan op de 2e dag thuiskomen, wat voldoende is om de selectie te overleven. Komen ze op Perigieux later, dan kunnen ze dit op Bergerac goedmaken door prijs te vliegen, anders is het einde oefening.
Op de vraag of de duiven aan een 6-tal vluchten genoeg hebben als voorbereiding op het grote werk klinkt een bevestigend antwoord. Door drukte gedurende het seizoen 2009 zijn de duiven nauwelijks nog gelapt en toch waren de prestaties naar tevredenheid. In 2009 is Jan een andere koers ingeslagen en heeft zijn betere oude duiven op de ZLU-vluchten gezet. Dat hem dit geen windeieren heeft gelegd moge duidelijk zijn. De duiven worden het gehele seizoen op nest gespeeld. De neststanden wisselen steeds doordat duiven achterblijven en een nieuwe partner vinden, hier wordt dus niet al te veel aandacht aan besteed.
Motivatie
Dat er vele wegen naar Rome leiden geldt zeker voor de duivensport. Ik zit deze zaterdag aan tafel met 2 topliefhebbers die de sport geheel anders beleven. Vanwege zijn drukke bestaan heeft Jan niet al te veel tijd voor de duiven, in de winter is het maximaal een kwartier per dag. In de zomer komt Jan alleen ’s avonds op de hokken. Zoals hij zelf zegt, rommelt hij maar wat aan, alles wordt gelijk gekoppeld en dan ziet Jan wel hoe het loopt. De nummer 2 in het Keizerkampioenschap, John Willems uit Ewijk, daarentegen is overdag thuis en besteedt veel tijd aan zijn duiven. Zo houdt hij er opmerkelijke methodes op na, zoals de jonge duiven die na het spenen een week de mand in gaan om te leren eten en drinken. Door de aandacht die John er aan kan besteden heeft de duif drang naar de liefhebber naast de drang naar het jong of de partner. Regelmatig schuift hij met rekjes en broedbakken om jaloezie en territoriumdrang te versterken. Hij heeft hier al verschillende aantoonbare resultaten door geboekt.
Toppers
De 2 beste duiven van Jan in 2009 zijn 2 duivinnen.
De 04-1556127 heeft al aardig wat prijzen op haar palmares staan, in 2009 won ze in de Fondunie:
26e Bordeaux tegen 1.289 duiven
31e Limoges tegen 2.307 duiven
76e Perpignan tegen 975 duiven
Met deze prestaties werd deze duiven 2e duifkampioen achter de ‘Tycho’ van P.J. van den Berg en zoon uit Benschop.
De vader van deze duif komt van G. van ’t Goor uit ’t Harde. In zijn afstamming zien we duiven van Van Wanroy, Jan Aarden, Hermans en Wim Muller. De moeder van is een ingeteelde duiven en heeft de ‘Superkweker’ en zijn broer als grootvader. Zij is nog een rechtstreekse dochter van de ‘Barcelona’ van Erik Aldus.
Een ander kampioentje is de 05-2098910. Deze duivin won afgelopen jaar overtuigend Narbonne in de Fondunie en een 14e nationaal. Haar voornaamste prestaties tot zover:
14e nat. Narbonne
114e nat. Pau
128e Brive tegen 6.029 duiven
34e Bordeaux tegen 1.182 duiven
Haar vader is wederom een ingeteelde doffer naar de ‘Superkweker’ van Erik Aldus. Verder zit hier nog Gerard van Tuijl en de 2e nat. St. Vincent van Erik Aldus in. De moeder is een Steketee welke Jan te leen heeft gehad van Ben van Holland uit Ede.
Dat snelheidsduiven een voorname rol spelen op de grote fondvluchten ziet Jan ook bij Erik Aldus. Deze vliegt tegenwoordig in combinatie met de heer Poulisse onder de naam Aldus-Poulisse in Kerkdriel. De heer Poulisse was voorheen een goede speler op de dagfondvluchten. De beste duiven zijn behouden gebleven en de nakomelingen presteren nu uitstekend op de overnachtvluchten. Ook in de ‘Superkweker’ zit nog het soort van Janssen-Arendonk.
Al pratende………….
passeren diverse onderwerpen de revue. Een ervan is nakweek van een topduif. John Willems heeft goede ervaringen met vererving op het andere geslacht, dus uit een topdoffer presteren met name de duivinnen goed en daarvan weer de doffers. Hier houdt hij ook rekening mee met het samenstellen van de kweekkoppels. John haalt weinig duiven bij. Jan koppelt in principe jaarlijks alles om. De regelmatig bijgehaalde duiven worden tegen de eigen stam gezet en uitgetest. Het komt nogal eens voor dat deze weer snel van het toneel verdwijnen, ongeacht afkomst of investering.
Een mooi verhaal om deze reportage af te sluiten vormt de aankomst van de duiven van Limoges in september. De duiven werden ’s ochtends gelost en zouden nog gaan vallen in de avonduren. Erik Aldus had reeds post gevat op de hokken in Voorthuizen. De zenuwen speelden Jan blijkbaar nogal parten, aangezien een toiletbezoek niet vermeden kon worden. Eenmaal weer bij de hokken vloog er plots een duif om de hokken en verdraaid, deze maakte maar weinig aanstalten binnen te lopen. Jan dacht de duif te herkennen, maar het display van het elektronisch constateersysteem toonde een verrassing: AFRICHTING. Intussen werd er op een afstandje vrolijk gelachen, Erik had een duif uit het hok gehaald en hem buiten het zicht van Jan losgelaten.
Keizerkampioenen 2009
Pos Naam Plaats Prijzen Punten
1 J. Doppenberg jr. Voorthuizen 9 5671,0
2 J. Willems Ewijk 8 4757,4
3 P.J. v.d. Berg & Zn. Benschop 8 4600,9
4 D. van de Berg Tuk 11 4573,3
5 J. Peters Bemmel 9 4551,6
6 Mevr. Wouterse & Arie Varik 11 4393,2
7 Comb. Van den Berg en Zn. Utrecht 8 4247,8
8 G. Rozeboom Breukelen 9 4239,9
9 J. van Straten Utrecht 9 4207,5
10 A. de Jong Blaricum 9 4123,3
Het was een regenachtige ochtend in Voorthuizen, maar de treurige weersgesteldheid werd geheel gecompenseerd door een prettige gesprek met een ambitieuze kampioen. Tevens vormen de opvattingen en beleving van de duivensport door de nummer 2 in het kampioenschap voldoende aanleiding hier binnenkort een reportage aan te wijden. Bedankt voor de gastvrijheid en

Het seizoen 2009 heeft de liefhebbers van de zware marathonvluchten weer aan het denken gezet. Op 5 van de 8 vluchten met ochtendlossing werden de kopduiven op de lossingsdag geconstateerd. Barcelona vormde een uitzondering op de regel, waarbij de prijzen na de 2e concoursdag nog niet verdiend waren. Nederland staat wereldwijd bekend om haar geweldige fondduiven, zo is het ‘Steenbergse soort’ alom geroemd. De laatste jaren is vooral ook de ‘Noord-Hollandse’ fondduif in opmars. De vraag is echter of de discussie voor het inbrengen van snelheid in de stam zinvol is. Waarom zult u zich misschien afvragen. Laten we de diverse kampioenschappen erbij pakken en dit spiegelen aan de laatste jaren. Duidelijk is dat vluchten sneller worden en menig concoursduur korter wordt, uitzonderingen daargelaten. Wat echter een feit is dat de kampioenen over het algemeen dezelfde zijn, hokken die al jaren aan de top staan, hebben zich in 2009 wederom weten te onderscheiden. Enkele voorbeelden: Mevr. L. van de Wegen uit Steenbergen wint zowat alles bij de ZLU-kampioenschappen, hoe lang staan zij al niet aan de top? Wouter van de Hoek uit Putten, al jaren succesvol op de middaglossingen en afgelopen jaar winnaar van de Marathon Noord middaglossing en autowinnaar. In de Fondunie2000 zien we de laatste jaren vertrouwde namen bij de kampioenen zoals Comb. van den Berg uit Utrecht, P.J. van den Berg uit Benschop, Mevr. A. Wouterse uit Varik, Gerard van Tuyl, enz.
Zouden deze liefhebbers allemaal jaren geleden begonnen zijn met het inkruisen van snelheidsduiven? Deze vraag is alleen per liefhebber te beantwoorden, omdat bij een ieder een eigen stamopbouw aan de basis ligt. Bij de een komen hier snelheidsduiven in voor, bij de ander weer niet. Misschien is het wel zo dat de duiven mee evolueren met wijzigende klimaatomstandigheden. Een topper die al jaren succesvol voortborduurt op zijn eigen stam is Jan Peters uit Bemmel. Een aantal jaren geleden konden zijn duiven nooit kop pakken onder snelle omstandigheden. Tegenwoordig doen de omstandigheden voor zijn duiven niet ter zake, ze pakken gewoon kop, terwijl hij geen (nauwelijks) vreemde inbreng in zijn stam heeft doorgevoerd.
Jan Doppenberg
Nog even een korte introductie van onze kampioen. Jan is via zijn vader, Jaap Doppenberg, in aanraking gekomen met duiven. Jan is in het dagelijks leven zelfstandig metselaar en timmerman (ZZP’er) in de bouw. In juli van afgelopen jaar maakte Jan zich totaal geen zorgen voor de recessie in de bouw en nu nog steeds niet, het werk wordt hem simpelweg in de schoot geworpen en hij dreigt zelfs te moeten nee-verkopen komende maanden. Vanaf 1997 is hij overgeschakeld naar de grote fond. De overschakeling naar de fond is mede veroorzaakt door een aanvlieger van Erik Aldus uit Opijnen. Hier is een vriendschap ontstaan tussen beide mannen die ervoor heeft gezorgd dat Jan een stam duiven heeft verzameld, gebaseerd op de Superkweker (87-723) van Erik Aldus. Wat deze doffer heeft voortgebracht is ongelofelijk en hij vererft al generaties lang door. Deze 723 is nog van het soort Janssen-Arendonk x Jan Aarden. Bij Jan zijn de ‘Aldus-duiven’ later gekruist met duiven van Gerard van Tuyl uit Hellouw (rechtstreeks en via Henk v/d Haar). In de zoektocht naar goede duiven heeft Jan ook aangeklopt bij Ben van Holland uit Ede, een liefhebber die in het bezit is van de Steketee-duiven.
Een trend van de laatste jaren is zeker het met meerdere liefhebbers beoefenen van de duivensport. Voorbeelden hiervan zijn gedeelde investeringen, gezamenlijk kweekhok, enz. Prachtig voorbeeld zijn Piet Overkleeft uit ’s-Gravenzande en Jan de Wijs uit Den Hoorn, 2 hokken die de afgelopen jaren top gepresteerd hebben. Zij putten samen uit een kweekhok waarin het beste van beide vertegenwoordigd is en gaan samen op zoek naar versterkingen elders. Andere voorbeelden zijn de familie Van Houten uit IJsselstein (internationale Barcelona-winnaars), maar ook Jan Doppenberg en Erik Aldus. In het seizoen bellen ze elkaar elke week en na het seizoen is er ook geregeld contact. Meestal wordt aan het einde van het seizoen nog gekweekt, waarbij het beste tegen het beste gezet wordt van beide hokken. Ook met Theo de Ruiter uit Opijnen is er regelmatig contact en worden duiven uitgewisseld. Feit is dat de verschillende hokken zich aan elkaar optrekken en op een hoger niveau komen.
Methode Doppenberg
Jan heeft een breed scala aan kweekduiven. Hij handelt nog wel eens impulsief, zo geeft hij zelf aan. Hij kan zijn dat hij zijn zinnen zet op duiven van een topliefhebber en dan voor jonge duiven gaat uit enkel de beste duiven. Als eerder vermeld wordt het kweekhok ook versterkt met late jongen uit speciaal samengestelde koppels. Diegene die hem het beste aanstaan blijven zitten, de rest wordt verwijderd. Totaal zijn er zo’n 24 kweekkoppels die zorgen voor zo’n 100 jonge duiven. De jongere koppels worden gebruikt als voedsterkoppels en soms wordt later in het jaar nog een tweetal jongen hieruit gekweekt. De jonge duiven worden afgericht en vervolgens op de natoer meegegeven om ervaring op te doen. Als jaarling wordt er niet zo veel aandacht aan de duiven besteed. In de winter van 2008-2009 hebben de jaarlingen de nodige gezondheidsproblemen gehad, met als gevolg niet volledig uitgeruide duiven. Toch is Jan tevreden over de verrichtingen van deze jongelingen in 2009. Eentje pakt zelfs de 5e nat. Bergerac op oude pennen! Een keer of 6 gaan ze mee op de vluchten om vervolgens niet meer met ‘vreemde’ duiven in de mand te komen. Vervolgens worden de duiven medisch ‘gecheckt’ en waar nodig voorzien van de benodigde medicatie. Hierna worden ze enkel nog zelf gelapt (een keer in de week, soms een keer in de twee weken, net hoe het uitkomt). Ditzelfde programma geldt ook voor de oude duiven. De jaarlingen vliegen in principe Perigieux en Bergerac en moeten dan op de 2e dag thuiskomen, wat voldoende is om de selectie te overleven. Komen ze op Perigieux later, dan kunnen ze dit op Bergerac goedmaken door prijs te vliegen, anders is het einde oefening.
Op de vraag of de duiven aan een 6-tal vluchten genoeg hebben als voorbereiding op het grote werk klinkt een bevestigend antwoord. Door drukte gedurende het seizoen 2009 zijn de duiven nauwelijks nog gelapt en toch waren de prestaties naar tevredenheid. In 2009 is Jan een andere koers ingeslagen en heeft zijn betere oude duiven op de ZLU-vluchten gezet. Dat hem dit geen windeieren heeft gelegd moge duidelijk zijn. De duiven worden het gehele seizoen op nest gespeeld. De neststanden wisselen steeds doordat duiven achterblijven en een nieuwe partner vinden, hier wordt dus niet al te veel aandacht aan besteed.
Motivatie
Dat er vele wegen naar Rome leiden geldt zeker voor de duivensport. Ik zit deze zaterdag aan tafel met 2 topliefhebbers die de sport geheel anders beleven. Vanwege zijn drukke bestaan heeft Jan niet al te veel tijd voor de duiven, in de winter is het maximaal een kwartier per dag. In de zomer komt Jan alleen ’s avonds op de hokken. Zoals hij zelf zegt, rommelt hij maar wat aan, alles wordt gelijk gekoppeld en dan ziet Jan wel hoe het loopt. De nummer 2 in het Keizerkampioenschap, John Willems uit Ewijk, daarentegen is overdag thuis en besteedt veel tijd aan zijn duiven. Zo houdt hij er opmerkelijke methodes op na, zoals de jonge duiven die na het spenen een week de mand in gaan om te leren eten en drinken. Door de aandacht die John er aan kan besteden heeft de duif drang naar de liefhebber naast de drang naar het jong of de partner. Regelmatig schuift hij met rekjes en broedbakken om jaloezie en territoriumdrang te versterken. Hij heeft hier al verschillende aantoonbare resultaten door geboekt.
Toppers
De 2 beste duiven van Jan in 2009 zijn 2 duivinnen.
De 04-1556127 heeft al aardig wat prijzen op haar palmares staan, in 2009 won ze in de Fondunie:
26e Bordeaux tegen 1.289 duiven
31e Limoges tegen 2.307 duiven
76e Perpignan tegen 975 duiven
Met deze prestaties werd deze duiven 2e duifkampioen achter de ‘Tycho’ van P.J. van den Berg en zoon uit Benschop.
De vader van deze duif komt van G. van ’t Goor uit ’t Harde. In zijn afstamming zien we duiven van Van Wanroy, Jan Aarden, Hermans en Wim Muller. De moeder van is een ingeteelde duiven en heeft de ‘Superkweker’ en zijn broer als grootvader. Zij is nog een rechtstreekse dochter van de ‘Barcelona’ van Erik Aldus.
Een ander kampioentje is de 05-2098910. Deze duivin won afgelopen jaar overtuigend Narbonne in de Fondunie en een 14e nationaal. Haar voornaamste prestaties tot zover:
14e nat. Narbonne
114e nat. Pau
128e Brive tegen 6.029 duiven
34e Bordeaux tegen 1.182 duiven
Haar vader is wederom een ingeteelde doffer naar de ‘Superkweker’ van Erik Aldus. Verder zit hier nog Gerard van Tuijl en de 2e nat. St. Vincent van Erik Aldus in. De moeder is een Steketee welke Jan te leen heeft gehad van Ben van Holland uit Ede.
Dat snelheidsduiven een voorname rol spelen op de grote fondvluchten ziet Jan ook bij Erik Aldus. Deze vliegt tegenwoordig in combinatie met de heer Poulisse onder de naam Aldus-Poulisse in Kerkdriel. De heer Poulisse was voorheen een goede speler op de dagfondvluchten. De beste duiven zijn behouden gebleven en de nakomelingen presteren nu uitstekend op de overnachtvluchten. Ook in de ‘Superkweker’ zit nog het soort van Janssen-Arendonk.
Al pratende………….
passeren diverse onderwerpen de revue. Een ervan is nakweek van een topduif. John Willems heeft goede ervaringen met vererving op het andere geslacht, dus uit een topdoffer presteren met name de duivinnen goed en daarvan weer de doffers. Hier houdt hij ook rekening mee met het samenstellen van de kweekkoppels. John haalt weinig duiven bij. Jan koppelt in principe jaarlijks alles om. De regelmatig bijgehaalde duiven worden tegen de eigen stam gezet en uitgetest. Het komt nogal eens voor dat deze weer snel van het toneel verdwijnen, ongeacht afkomst of investering.
Een mooi verhaal om deze reportage af te sluiten vormt de aankomst van de duiven van Limoges in september. De duiven werden ’s ochtends gelost en zouden nog gaan vallen in de avonduren. Erik Aldus had reeds post gevat op de hokken in Voorthuizen. De zenuwen speelden Jan blijkbaar nogal parten, aangezien een toiletbezoek niet vermeden kon worden. Eenmaal weer bij de hokken vloog er plots een duif om de hokken en verdraaid, deze maakte maar weinig aanstalten binnen te lopen. Jan dacht de duif te herkennen, maar het display van het elektronisch constateersysteem toonde een verrassing: AFRICHTING. Intussen werd er op een afstandje vrolijk gelachen, Erik had een duif uit het hok gehaald en hem buiten het zicht van Jan losgelaten.
Keizerkampioenen 2009
Pos Naam Plaats Prijzen Punten
1 J. Doppenberg jr. Voorthuizen 9 5671,0
2 J. Willems Ewijk 8 4757,4
3 P.J. v.d. Berg & Zn. Benschop 8 4600,9
4 D. van de Berg Tuk 11 4573,3
5 J. Peters Bemmel 9 4551,6
6 Mevr. Wouterse & Arie Varik 11 4393,2
7 Comb. Van den Berg en Zn. Utrecht 8 4247,8
8 G. Rozeboom Breukelen 9 4239,9
9 J. van Straten Utrecht 9 4207,5
10 A. de Jong Blaricum 9 4123,3
Het was een regenachtige ochtend in Voorthuizen, maar de treurige weersgesteldheid werd geheel gecompenseerd door een prettige gesprek met een ambitieuze kampioen. Tevens vormen de opvattingen en beleving van de duivensport door de nummer 2 in het kampioenschap voldoende aanleiding hier binnenkort een reportage aan te wijden. Bedankt voor de gastvrijheid en