Cor Leijtens (Oostelbeers, NL) is bij leven al een legende (Deel I)

50 jaar duivensport op topniveau. Daarvoor staat Cor Leijtens die samen met zijn broer Harrie met de meest miraculeuze uitslagen vijftig jaar lang vriend en vijand wist te verbazen


Het fenomeen Cor Leijtens op jeugdige leeftijd voor zijn eerste echte hok

Cor en Harrie

We schrijven 1948 als Cor Leijtens op de boerderij van zijn ouders aan de Langereijt in Oostelbeers het levenslicht ziet. Een jaar later wordt aldaar ook broer Harrie geboren. Met vader, moeder, twee zussen en nog twee andere broers was het gezin Leijtens compleet. De twee zussen vlogen uit, trouwden en kregen kinderen. De vier broers wonen nog altijd op hun geboortegrond. Vader en moeder Leijtens hadden het voorrecht dat zij tot op het laatste moment van hun leven thuis woonden en mochten genieten van hun vertrouwde omgeving. Niets kon vermoeden dat de broers Cor en Harrie zouden uitgroeien tot wereldberoemde burgers. Toch deden ze dat. In de duivensport scheerden zij hoge toppen, presteerden op miraculeuze wijze en dicteerden in de CC Midebo en de afdeling Oost-Brabant op imposante wijze. Van heinden en ver wist men de weg naar het duo in Oostelbeers te vinden. In een tweeluik geven wij u een inkijk in het leven van Cor en Harrie, hoe verdienden zij hun voetsporen in de duivensport, welke duiven lagen ten grondslag aan 50 jaar topsport.

De jeugd

Cor en Harrie groeiden op in het kleine Brabantse dorpje Oostelbeers. In de tienerjaren van beide broers was er op het sociaal gebied maar weinig te beleven. Op de boerderij was het hard werken. Voor vakantie was geen tijd, geen geld en geen behoefte. De vrije tijd werd vooral doorgebracht in de bosrijke omgeving. Aan de ene kant de bossen van Staatsbosbeheer en aan de andere zijde lonkt het natuurgebied de Baest. Voldoende inspiratie om er op uit te trekken. En dat deden ze. Met alle facetten van de natuur werd kennis gemaakt. Ze klommen in hoge bomen om vogelnesten van dichtbij te kunnen volgen. Van webcams en internet had niemand ooit gehoord. Eekhoorns werden gevangen en een wild konijn was ook niet altijd veilig als er weer een ontdekkingsreis in de natuur op het programma stond. Op deze manier maakten Cor en Harrie ook de eerste kennismaking met de postduif. Rond de boerderij waren altijd postduiven te vinden op zoek naar voedsel om later hun weg naar huis te vervolgen. Het zal niemand verbazen dat er een sport van werd gemaakt om ook deze duiven in handen te krijgen. Met enkele van deze verdwaalde duiven werd de intrede in de duivensport gemaakt.

Ambitieus

Bij de inmiddels overleden Jan Kolsters, een nestor op Oostelbeers duivengebied, gingen Cor en Harrie in 1964 kijken naar de aankomsten van zijn duiven. De interesse was gewekt en meteen was duidelijk dat dit een hobby zou kunnen zijn die hen op het lijf geschreven was. Met de natuur als leidraad werden vanaf het jaar 1965 de eerste stappen in de sport gezet. Met weinig vallen en heel sterk opstaan schaarden zij al snel in de top van Postduivenvereniging Over Berg en Dal in Oirschot waarbij ze zich aansloten. Vanaf het jaar 1967 wist men daar al dat met de broers rekening moest worden gehouden. De prestaties gingen vanaf dat moment in stijgende lijn. In een club van 80 leden werden, vooral op de natourvluchten, al 1e kampioenschappen behaald. In de tijd dat Harrie zijn militaire dienstplicht vervulde ontfermde Cor zich over de duiven. Soms bleef Harrie weken van huis. Berichtenverkeer was enkel per post mogelijk. Een mooie anekdote uit die tijd; op de kazerne waar Harrie gelegerd was klonk luid, Harrie er is een brief voor je. Een brief van broer Cor. De duiven hebben het heel goed gedaan. Communicatie die treffend is voor beide grootheden in de sport.

De Klak

In de jaren dat Cor en Harrie debuteren wordt er met ontzag opgekeken naar een man uit het duivenmekka van destijds. Onder de rook van het Belgische Arendonk werd aan de andere kant van de grens in het Brabantse Reusel met vooral duiven van de bekende Gebroeders Janssen geschiedenis geschreven in de duivensport. De onbetwiste grootmeester van die tijd was Jos van Limpt die als de Klak wereldwijd bekend stond. Het illustreert de ambitie van Cor en Harrie om als jonge snotneuzen naar het grote Eindhoven te trekken om een verkoop te bezoeken waar een jonge klakduif verkocht zou worden. Vader Leijtens gaf de jongens een advies mee, op zijn Brabants zei hij “die moete mer kope jonge” (die moet je maar kopen jongen). Er werd een voor die tijd immens bedrag van 100 Hollandse florijnen neergeteld. De eerste klakduif op het hok. Later herhaalde zich dit in Oirschot en Moergestel en uiteindelijk werden rechtstreeks bij Jos de Klak ook nog eens vier jongen gekocht.  Met deze duiven lag de weg naar presteren open.


Het nieuwe hok in de jaren '70 waar met licht, warmte en kou werd gewerkt aan het juiste klimaat

Taakverdeling en nieuw hok

Nadat Harrie er zijn dienstplicht op had zitten toog hij terug naar zijn vertrouwde ouderlijke stek. Er moest natuurlijk geld verdiend worden en Harrie ging op de vrachtwagen. Eerst om chauffeurs te verlichten, later ontwikkelde hij zichzelf als internationaal chauffeur waarbij Italië zijn meest reguliere bestemming was. Cor bleef thuis om zijn vader bij te staan op de boerderij. Hij ontfermde zich over het melkvee. Nog altijd worden aan de Langereijt koeien gemolken en is aan een markante kuilvoeropslag te zien dat het bedrijf nog heel actief is. In de duivensport werd niet stilgestaan. Op het erf van de boerderij werd het 1e echte duivenhok gebouwd. Met planken van glaskisten werd druk getimmerd. Met indrukken uit de natuur aan de basis werden aan het hok in de jaren die volgden telkens verbeteringen aangebracht. De prestaties gingen met rasse schreden vooruit. In Oostelbeers had men met Postduivenvereniging De Drie Beerzen (opgericht in 1968) inmiddels een eigen club. Van deze vereniging is Cor al die tijd lid gebleven.

1987/1988 De grote ommekeer

We zijn eind jaren ’80 als de computer zijn intrede in de duivensport gemaakt heeft. Voor het eerst “rolden” daar allerlei overzichten uit. Bij velen gingen de ogen open. Op de overzichten met asduiven verschenen tal van duiven van Cor en Harrie Leijtens. Vanaf dat moment werd eens te meer duidelijk dat aan de Langereijt een bijzondere duivenkolonie huisde. Dit bracht ook het dievengilde op hun pad. In januari 1988 werden uit de hokken duiven gestolen. Cor en Harrie gingen niet bij de pakken neerzitten. Zij vonden hierin juist de inspiratie om er vanaf dat moment echt tegenaan te gaan. Ze zouden laten zien dat ze niet uit het veld te slaan zijn. Op elke duivenkrant werd een abonnement genomen. Alle uitslagen werden uitgeplozen en bij de allerbeste liefhebbers werd aangeklopt voor duiven. En bovendien gingen de broers meer duiven houden. Mochten ze nog eens wat duiven komen halen hebben we in ieder geval nog iets was het nieuwe credo. Dit was de opmaat naar de grote jaren ’90. Jaren die een nieuw tijdperk inluiden en de duivenwereld kennis maakte met miraculeuze uitslagen. Soms leek het zelfs op tovenarij. In het jaar 1990 werden nogal wat jonge duiven verspeeld. Eén van deze jongen werd gemeldt door Rinus van Gastel (Roosendaal, NL). Het jong werd opgehaald en door het goede contact dat hierdoor ontstond werden in 1992 vier eieren gehaald. Rinus van Gastel wordt door Cor en Harrie nog altijd gezien als één van de allerbeste liefhebbers die zij hebben meegemaakt. In 1993 zagen Cor en Harrie het al. Het “vreemde bloed” dat werd ingebracht zorgde voor een opwelling. Met de jonge duiven gebeurde wat niemand in die tijd voor mogelijk hield. Op oude hokjes die achter het weduwnaarshok, dat nog altijd op het erf stond, waren verrezen meldden zich elke vlucht steeds complete groepjes duiven waarmee de concoursen in de CC Midebo, met in die tijd een deelname van vele duizenden duiven, volledig werden opgerold. 

Onmogelijk

Wat voor onmogelijk werd gehouden geschiedde. Vier jaar achtereen werden de broers Generaal Kampioen van het bolwerk CC Midebo. Iets wat eigenlijk gewoon niet kon. Maar zij deden het. Op imposante wijze. Een paar van die overdonderende uitslagen illustreren de heerschappij van dat moment. Blader nog eens door die fameuze uitslagen door op de betreffende vlucht te klikken, bedenk hierbij dat het slechts een hele kleine greep uit een lange reeks van dergelijke uitslagen is, in een tijd dat de duiven met de hand werden geklokt en de klokken regelmatig vol werden ingeleverd, er kon geen ring meer bij;

1993 Chimay    7144 jonge duiven 1-2-3-4-5-6-8-12-13-15-16-17-etc.
1997 Strombeek 1113 oude  duiven 1-2-3-4-5-6-7-9-10-11-14-etc.
1998 Houdeng   4537 jonge duiven 1-2-3-4-5-6-7-8-9-11-12-13-14-19-21-22-23-25 etc.
1998 Houdeng   1410 jonge duiven 1-2-3-4-5-6-7-8-10-11-12-13-14-15-16-21-22-24-25-etc.
1999 Bohain    3510 jonge duiven 1-2-3-4-5-6-7-8-9-11-12-13-14-15-16-17-18-19-20-21-22-23-etc.
2000 Houdeng   4096 jonge duiven 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-11-12-13-14-15-16-etc.

Bijzondere duiven uit de jaren ‘90

Enkele bijzonder duiven uit de jaren ’90 stellen we graag nog één keer aan u voor. Duiven die anno 2016 nog altijd hun stempel drukken op de Nederlandse duivensport. Sportduiven van een ander kaliber. Duiven met een enorme staat van dienst waarvan ook het nageslacht met asduiftitels, zelfs op nationaal niveau, voor altijd de boeken ingaan.

Reneris

Als eerste is daar het icoon NL99-1107523 Reneris. Zijn vader is de NL93-1203173 Pedro. Een geweldige doffer die sportief zijn mooiste prestatie behaalde met zijn overwinning op Chimay (7144 d.) en zijn Generale asduiftitels in 1995-1996 en 1997. Reneris is bepalend geweest voor de stamvorming van de Leijtens kolonie. Zijn meest bekende dochter is zonder twijfel NL03-4101114 Benicia die in 1995 het 1e Nationaal Asduifkampioenschap Midfond op haar naam schreef. Reneris zelf kan bogen op een uitzonderlijk palmares waaronder vier overwinningen in groot verband;

Chimay            1 – 4358 d.
Sezanne           1 – 2136 d.
Houdeng           1 – 2065 d.
Troyes            1 – 1840 d.

2e WK

De tweede duif die internationaal opzien baarde was de 97-1754159 die verder als 2e WK en ook Pentinum door het leven ging. Hij eindigde door zijn opmerkelijke prestaties als 2e in de populaire Versele Laga competitie. Zijn mooiste prestaties;

Limoges           1 –  977 d.     3 NPO –  5306 d.
La Souterraine    2 – 1142 d.     6 NPO –  8607 d.
Châteauroux       4 – 1697 d.    19 NPO – 13011 d.

Lammert

Het derde paradepaard van Cor Leijtens is zijn NL98-1436441 Lammert. Deze doffer was in 2001 namens Nederland aanwezig als 1e Nederlandse Olympiadeduif Snelheid in Zuid-Afrika. Nazaten van Lammert bezetten tot op Nationaal niveau de hoogste podia. De vijf overwinningen van Lammert nog eens op een rijtje;

Chantilly         1 – 3353 d.
Etampes           1 – 1373 d.
Bohain            1 - 4780 d.
Peronne           1 – 4710 d.
Bohain            1 – 1972 d.

Vervolg

Het vervolg leest u binnenkort in deel II