Gommaire Verbruggen - Kaggevinne-Scherpenheuvel (BE) Goed… beter… best!!!

Op het moment dat de meeste duivenliefhebbers de eerste lentekriebels voelen aankomen, wat inhoud dat het nieuwe sportseizoen er met ‘rasse schreden’ aankomt… trokken we op een ‘zonnige’ maar door een koude noordoostenwind geteisterde dinsdagmorgen… ergens midden maart… richting ‘Scherpenheuvel’.

Niet meteen op bedevaart of om er een kaars te branden in de basiliek, voor het nakende vluchtseizoen… maar wel op bezoek bij de ‘maestro’ van het Hageland… de grootmeester op de ‘gote halve fond’ die de jongste seizoenen ook reeds een stukje ‘fondgeschiedenis’ op papier wist te plaatsen… met name Gommaire Verbruggen uit Kaggevinne. Het was zijn immer vriendelijk vrouwtje Annie die de deur kwam openen met een… ho, wie we hier hebben, da’s lang geleden? We betrappen er onszelf op hoe vlug de jaartjes voorbijvliegen… het moet zowat van 1991 geleden zijn dat we voor het eerst in Kaggevinne op de stoep stonden… en we hadden sindsdien zowat de gewoonte om eens per jaar een bezoekje te brengen aan de ‘maestro’… niet alleen op zoek naar ‘betere duiven’, maar ook om onze ‘duivenkennis’ wat bij te schaven bij een gezellige duivenbabbel… want draai of keer het zoals je wil… bij echte ‘toppers’ van het kaliber Gommaire Verbruggen kan je steeds iets opsteken! Wereldberoemde duiven als de ‘Kletskop’, de ‘Teen’, de ‘020’, de ‘Kadet’, de ‘Adonis’… we hebben ze meermaals kunnen bewonderen en door onze handen laten glijden… mooie en blijvende herinneringen. En inderdaad… het was reeds een tijdje geleden dat we Kaggevinne nog bezocht hadden… enkel via telefoon en email hadden we nog steevast contact gehouden… of elkaar ontmoet op één of andere kampioenenviering… maar een bezoekje aan huis zat er door tijdsgebrek de jongste tijd niet echt in… Nu, terwijl Gommaire (die allergisch is voor duivenstof en daardoor steeds een soort ‘astronautenhelm’ moet dragen om zijn hokken te betreden)… nog een deel van zijn jonge duiven aan het binnenroepen was, haalden we met Annie ondertussen even ‘herinneringen’ op…  aan de ’goeie oude tijd’! Toen Gommaire er enkele minuten later kwam bijzitten, passeerden de aloude exploten van de ‘maestro’ nog even de revue… vooraleer te komen tot de orde van de dag.

Hoe het begon
Gommaire had Annie immers leren kennen in het duivenlokaal toen hij met zijn ‘pas gekregen wagen’ wekelijks de klokken binnen deed in het duivenlokaal.  De klokken van zijn nonkel Louis Van Diest… waar Gommaire met zijn vader steeds de duiven gingen opwachten en hielpen verzorgen. Annie was zelf dochter van een duivenliefhebber en toen ze uiteindelijk enige tijd later samen in het huwelijksbootje stapten, was ze meteen een welgekomen hulp om te sleutelen aan de duiventoekomst… die zou leiden tot ‘wereldbekendheid’ van de moderne Gommaire Verbruggenduif. Toen Gommaire en Annie het stuk bouwgrond kochten waar hun huidige woonst is opgetrokken, startte Gommaire eerst met de bouw van een duivenhok… later pas werd met de bouw van de eigenlijke woonst gestart! Toen Gommaire de duivensport instapte was het met het idee toch ergens een ‘vooraanstaande rol’ te vertolken, om zich met de allerbesten in zijn soort te kunnen meten! Hij wist als geen ander dat daarvoor ‘kwaliteit’ nodig is, al moest ook hij starten met de middelen die voorhanden waren. Omdat al hun spaarcenten in grond en stenen stak… en de knip dus op de geldbeugel… diende Gommaire ook met vrij beperkte middelen van start te gaan. Zijn eerste duiven kwamen van ‘Moons-Bries’ uit Tessenderlo via de aankoop van een ‘bon’ voor een koppel eieren. Deze mensen hadden fenomenale ‘Janssen-Arendonk’ duiven onder de pannen… Gommaire kon er nog enkele eieren bijkopen, waaruit enkele uitmuntende vliegduiven kwamen die later mee aan de basis zouden liggen van de ontwikkeling van het ‘superras’ Verbruggen… later kocht Gommaire er ook nog enkele ’platte jongen’, volgens Stien Moons van zijn ‘beste duiven’… al bleken achteraf gezien de duiven die uit de eitjes zijn ontsproten toch de betere en de belangrijkste te zijn in de verdere opbouw van het hok, zo zie je maar. Met deze duiven wist Gommaire te schitteren op de snelheid en de kleine halve fond… al groeide stilaan de lokroep naar de ‘provinciale’ en ‘nationale’ klassiekers. In die jaren was ook ene Frans Van Dijck een echter ‘topper’, die vaak ‘brokken’ maakte in de Brabantse Unie… Gommaire ging er op af en kon er het ‘Witpen Kranske’ bemachtigen… een superduivin die later grootmoeder zou worden van toppers als de ‘Teen’, ‘Kletskop’, ‘Massis’, ‘Blauwe Vansweevelt’ enz…

Het moet in 1971 of zo geweest zijn, dat Gommaire op een publieke verkoop van Maurice Van De Velde uit Schoonderbuken de topduivin’ Goed Hoppel’  (zelf 3 x 1° prijs als jonge duif tegen gemiddeld om en bij de 1.000 duiven) kon bemachtigen… die hij meteen koppelde aan de ‘Wondertik’ (van Moons-Bries’)… een eerste ‘top  kweekkoppel’ waaruit meer dan 15 duiven zijn gekweekt die minstens één of meerdere 1° Prijzen op hun actief hadden… de bekendste was zonder twijfel de ‘Goede Zwarte’ met zijn 11 x 1° prijzen! Een zus van hem werd later (gekoppeld aan de ‘As’) moeder van het  ‘Donker Aske’… jawel de moeder van de legendarische ‘Kadet 002/86’, maar ook van het ‘Bourgeske 051/84’ (1° Intprov Bourges en 2° Nat Bourges 23.346 d.) en het ‘Kadetje 003/85’ (1° Intprov La Souterraine 2.233 d.). Ook bij Frans Stoces werden enkele duiven bij gehaald waaronder de ‘laatste dochter’ van zijn ‘supercrack 66’… een duivin welke bij Gommaire grootmoeder zou worden van zijn befaamde ‘020’!

Voornoemde duiven speelden een niet onbelangrijke rol in de opbouw van het ‘superras Verbruggen’… toch waren ze slechts ‘spielerei’ vergeleken met de aankopen die vanaf toen zouden volgen, waarvan de meest besproken… en zonder twijfel ook de allerbelangrijkste deze van de beroemde ‘AS’ van Maurice Van De Velde was… een kerel met liefst 17 x 1° Prijzen (van snelheid tot grote halve fond), die bovendien in 1974 was gekroond tot 1° Nationale Asduif Snelheid KBDB…  een duif die in echt duivenweer met ‘kopwind’ vaak minuten kon vooruit vliegen! Gommaire moest in dergelijke omstandigheden zelf vaak de duimen leggen tegen deze wonderbaarlijke ‘topatleet’… vandaar dat hij één der gegadigden was in 1976 op de verkoop Maurice Van De Velde om deze ‘As’ naar de hokken te Kaggevinne mee te nemen! Hij sloeg in die tijd een flink ‘gat’ in Gommaire zijn begroting, maar bleek later zijn gewicht in ‘goud’ dubbel en dik waard te zijn! Deze ‘As’ groeide er uit tot een weergaloze ‘super kweker’ die zowel in 1°, 2° en verdere generaties een ‘recital’ aan ‘crackduiven’ op de wereld heeft gezet die nagenoeg nergens zijn gelijke kent… zonder meer, één der meest ‘dominante kweekduiven’ ooit uit onze internationale duivensportgeschiedenis!

Een andere niet te versmaden ‘kapitale aankoop’ die volgde was deze van de ‘Witneus’, zoon van het wonder kweekkoppel Karel Meulemans ‘Oude Vandenbosch’ x ‘Janssenduivin’… en dus broer van beroemdheden als de ‘Merckx’, de ‘Junior’, de ‘Kadet’, de ‘Piet’, de ‘Benjamin’, de ‘Prins’ enz…  Gommaire zou in de Meulemansduiven een ideale versterking vinden, een lijn die wonderwel pakte op de lijn van de ‘As’… zowel met de ‘Witneus’  (via zijn dochter ‘Dikke Witneusduivin’ die gekoppeld zat aan het ‘Witpenneke As’… is hij grootvader van de weergaloze ‘020’) als de ‘Blauwe Kadet’ (zoon van de ‘Kadet’ Meulemans… die bij Gommaire vader zou worden van de ‘Kadet 002/86’: 1° Intprov en 2° Nat Bourges 13.154 d. in ’87, 7° Nat Bourges 9.550 d. in ’90 en 28° Nat Bourges 29.297 d. in ’86).
Dat het betaalde ‘prijskaartje’ niet alles zegt over de waarde van de duif werd bij Gommaire bewezen door die andere super kweker… de ‘Schilderij’… een kleinzoon van de beroemde ‘Schilderij’ Vansweevelt, die Gommaire bekwam via zijn nonkel Louis Van Diest… die hem had aangekocht als ‘bonschenking’. Hij zou gekoppeld aan het ‘Klein Aske’ (dochter van de ‘As’) vader worden van de weergaloze crackduiven Verbruggen zoals:

-De ‘Kletskop 199/83’: 1° Prov Orleans 1.608 d. ’85, 1° Prov Blois 889 d. ’85, 1° Prov Orleans 759 d. ’86, 1° Semi-Nat Chateauroux 10.417 d…
-de ‘Teen 008/83’: 1° Intprov Vierzon 1.970 d. ’85, 9° Nat Bourges 13.053 d. ’86, 2° Semi-Nat Chateauroux 10.417 d. (na zijn eigen broer en hokgenoot (Kletskop’)
-de ‘Massis 256/86: 1° Semi-Nat Chateauroux 9.595 d. ’89, 5° Nat Bourges 13.154 d. ’88, 8° Semi-Nat Chateauroux 11.586 d. ‘88
-de ‘Blauwe Vansweevelt 063/81’: 1° Prov Orleans 2.414 d. (en snelste van de 5.300 deelnemende duiven), 1° Momignies, 1° Meaux, 1° Etampes enz…
Deze duiven vormden zowat de basis van het superras Gommaire Verbruggen welke niet alleen op de hokken te Kaggevinne voor ophefmakende prestaties heeft gezorgd, maar ook op een ontelbare reeks andere hokken wereldwijd! Andere duiven die in een later stadium ook, zei het minder groot ‘aandeel’ hadden in de successen te Kaggevinne zijn de ‘680’ en de ‘Dikke’ (zelf 2° Nat Asduif Halve Fond KBDB ’78, en vader 1° Nat Asduif Halve Fond KBDB ‘79) van Florent Goris, de ‘Brutte’ en het ‘Nationaalke’ van Geyssens (belangrijke hierbij is zonder twijfel dat de ‘Schilderij’, de Dikke’ en de ‘680’, evenals de ‘Brutte’… sterk aan elkaar verwant zijn als teruglopend naar de ‘Bruynseelsduiven’), ‘Walter’s Favourite’ afkomstig van Walter De Rijck (via Ludo Oosterhof), de ‘Jonge Bliksem’  van Gaby Vandenabeele (een ‘Zoon Bliksem’ waaruit de ‘Gil’: 1° Nat Bourges werd gekweekt), maar ook de lijnen van de ‘Sony’ en ‘jonge Artiest’ van J.L.N. Houben als de ‘Witpender’ en de ‘231’ Engels waren prima kruisingsproducten tegen de basislijnen van de ‘As’, ‘Kletskop’, ‘Teen’, ‘020’ en ‘Kadet’!
Zoals u kan zien bouwde Gommaire Verbruggen zijn imperium op met niets dan echte ‘superduiven’ of hun directe afstammelingen… een strategie of filosofie, noem het zoals u zelf wil… die hem geen windeieren heeft gelegd en die naast reeds hoger geciteerde exploten en ‘crackduiven’ verder aan de basis lagen van topduiven en knalprestaties zoals:
-de ‘Witte’: 1° S/Nat Chateauruox 13.333 d. in ‘91
-de ‘Witpen’: 1° S/Nat Argenton 8.095 d. in ‘93
-de ‘Semi’: 1° S/Nat Chateauroux 8.676 d. in ‘97
-het ‘Bont’: 1° S/Nat Argenton 4.448 d. in ‘03
-de ‘Limo’: 1° Nat Zone C Limoges 4.275 d. in ‘03
-de 1° La Souterraine 7.682 Jaarse in ‘04
-de 1° Nat Zone C Argenton 6.553 Jonge in ‘05
-de ‘Gil’: 1° Nationaal Bourges 11.215 Jaarse in ‘06
-de ‘Blois’: 1° Prov Blois 1.840 Jaarse in 2009 (snelste van 6.058 d.)

Met deze Bloiszege in 2009 stelde Gommaire meteen zijn 36° provinciale overwinning uit zijn carrière te boek! Beslist weinig hokken die waar ook ter wereld dergelijke erelijst en ophefmakende prestaties kunnen voorleggen. En dan hebben we ons doelbewust nog beperkt tot de prestaties en de stam op de ‘grote halve fondvluchten’! Want zoals u weet heeft Gommaire ook nog een aparte stam voor de ‘grote fond’ opgebouwd waarmee hij reeds machtige prestaties heeft verwezenlijkt op de fond en grote fond, denken we maar aan de Barcelona-exploten van de ‘Interparis’, de aloude prestaties van ‘Chiapucci’ (1° Prov Limoges Jaarse), de ‘Witpen 410/98’, de ‘Bonte 469/00’… en natuurlijk niet te vergeten de ‘Nieuwe As 299/05’ die 1° Nat. Asduif Fond KBDB 2007 werd! Een kers op de taart zou je zo denken, maar toch één met een bittere smaak, vermits Gommaire in 2007 voor de 2e keer in zijn carrière werd geconfronteerd met een ‘laffe diefstal’, waarbij zowel de ‘Nieuwe As’ als de talentrijke ploeg jaarduiven die toen net Bordeaux hadden overrompeld, uit de hokken werden gestolen! Een werk van jaren dat van de ene moment op het andere zomaar verdwijnt… echt triest. Los van dit spijtige voorval, kunnen we ook hier stellen dat Gommaire voor de ‘grote fond’ enkel en alleen het allerbeste naar Kaggevinne haalde, destijds bij de start met de ‘Aardenduiven’ onder de vorm van de ‘Donkere Zandboer 387/89’ (uit het super Aarden-koppel Dax Doffertje 624/76 x Klein Blauw Burg 168/85), later in zijn spoor gevolgd door de ‘1° Nat Barcelona 1999 Florizoone’, de ‘Barcelona Bruggen’ enz… Laat het duidelijk zijn, wie de top ambieert, en er lang wil stand houden heeft maar 1 missie… een hok formeren met een familie echte ‘topduiven’

Aan welke criteria moet  een duif voldoen?
Zoals u uit bovenstaande kan opmaken, is Gommaire niet bang om de geldbeugel wijd open te trekken voor de aanschaf van een echte ‘topduif’! Zoiets doet een mens niet zomaar, dus kan ik mij daarbij voorstellen dat de ‘topduif’ in kwestie toch aan bepaalde criteria of eisen van Gommaire moet voldoen? We stelden hem uiteraard die vraag…
Als u daar uiterlijke kenmerken mee bedoelt…  deze komen voor mij op de tweede plaats. Eerst en vooral moet de duif zelf een uitzonderlijke ‘crack’ zijn… of zoals de ‘Witneus’ destijds… een uitzonderlijk begaafde kweker. Niet alleen de duif zelf speelt daarin een doorslaggevende rol, maar ook zijn familie… gewoon omdat het 1° prijs winnen, het ‘vooruit vliegen’… in de genen verankerd zit, noem het voor mijn part… ‘ingebakken’ zit in de soort! De ‘crackduif’ zelf moet in eerste plaats zelf een ‘pointeur’ zijn… nee, geen ‘ééndagsvlieg’… maar een kerel met meerdere 1° prijzen en ‘toppen’ op zijn actief… het liefst in echt ‘duivenweer’ (lees zonnig weer aan snelheden tussen 1.100 en 1.300 meter)… en graag zie ik, dat hij ook ‘top’ kan winnen wanneer de duiven in zijn streek minder gunstig gelegen zijn, door weersomstandigheden of locatie van de vlucht… aldus Gommaire. Dat zijn kenmerken van duiven die zich ‘lostrekken’ van de massa, die durven ‘alleen’ vliegen… dergelijke duiven kunnen bij ’gunstige omstandigheden’ voor hun hok, dan vaak ‘minuten’ vooruit vliegen, en klinkende zeges binnenhalen. Kijk… den ‘As’ was er zo eentje… zijn kleinkinderen zoals de ‘Kletskop’, de ‘Teen’, de ‘Kadet’ evenals de ‘020’ konden dit ook… eigenschappen die ook in verdere generaties werden doorgegeven aan het nageslacht… om maar aan te tonen dat het in de ‘genen’ moet zitten! Zijn het niet dergelijke duiven waar we allen naar op zoek zijn? Ja toch…
En andere kenmerken Gommaire?
Kijk… dat keuren van duiven vind ik een plezante bezigheid voor vrienden onder elkaar, maar er zijn zoveel uiterlijke verschillen tussen echte ‘crackduiven’, dat men daar niet echt een ‘standaard’ kan vooropstellen. Maar wees, gerust… onder echte ‘cracks’ zit er weinig tot geen afval hoor… maar echt duiven goed- of afkeuren enkel en alleen op uiterlijke kenmerken als vleugel, spieren enz… nee, dit speelt voor mi j een secundaire rol. En echte ‘supercracks’ met een slechte vleugel of slechte pluim… zullen evenzeer uitzonderlijk zijn, als de ‘supercrack’ zelf! De voorkeur gaat uit naar een ‘peervormig’ model, middelmatig groot van bouw… en ik zie graag spieren die aanvoelen als een ‘opgepompte’ fietsband, maar zoiets kan je best aanvoelen bij een duif in ‘topvorm’! En ogen? Ja ik zie graag duiven met een kleine pupil en sterk gepigmenteerde ‘iris’, waarbij de correlatie er als het ware met dikke ‘penseeltrekken’ op gelegd is! Ik moet er wel aan toevoegen dat ik daar de jongste tijd minder aandacht aan schenk, gewoon omdat ik steeds dat masker (die soort ‘astronautenhelm’) moet dragen bij het betreden van de hokken. Daardoor is het onmogelijk om met de ‘loep’ de ogen van de duiven te bestuderen… en moet ik dus meer een inschatting maken met het ‘blote oog’.

De ‘nieuwe boegbeelden’ van het hok
Zoals u uit bovenstaande tekst is gebleken, is Gommaire voor de opbouw van zijn hok steeds uitgegaan van uitzonderlijke ‘klasseduiven’… duiven waarvoor het citaat ‘supercrack’ zelfs gewoon te kort schoot. Het is een blijvende zoektocht naar die ‘witte merel’, waarmee men in eerste instantie een stam duiven kan opbouwen waaruit met de regelmaat van de klok een echte ‘wonderduif’ wordt gekweekt… en waaruit men een vliegploeg kan formeren die ver boven de middelmaar uitsteekt. Dit is steeds zowat het handelsmerk van Gommaire Verbruggen geweest… remember de ‘As’… waaruit wereldberoemde kleppers als de ‘Kletskop’, de ‘Teen’, de ‘Massis’, de ‘020’ en de ‘Kadet zijn ontsproten! Laat ons toe om in gegeven situatie van een ‘wereldlijn’ te spreken… waaruit duiven zijn gekweekt die wereldwijd aan de basis lagen van fenomenale ‘topprestaties’! Kijk het er maar op na… hokken die jarenlang op een extreem hoog niveau presteren hebben ooit het geluk gekend dergelijke ‘uitzonderlijke duif’ (of een super kweekkoppel) op hun hok te hebben.

Helaas zullen we met zijn allen reeds ondervonden hebben dat dergelijke ‘witte merels’ er eerder ‘dun gezaaid’ zitten… vandaar ook dat de ‘creatie’ van dergelijke superieure kweeklijnen eerder uitzondering dan regel is. Er worden binnen de internationale duivensport vaak gigantische bedragen neergeteld voor echte ‘topvliegers’… die bij  nader inzien later als kweekduif niet in staat blijken hun eigen ‘dominantie’ qua ‘prestaties’… in hun nageslacht verder te zetten. Toegegeven, ergens een geluk voor het verder bestaan van onze duivensport… want anders zou al vlug het idee ontstaan dat het volstaat om een stuk van uw bankrekening leeg te halen, en er ergens een echte topduif mee aan te kopen… en het eitje is gebakken! Zo simpel liggen de zaken echter niet! Het is bovendien niet voldoende om een ‘superduif’ op uw hok te krijgen… je moet minstens evenwaardig materiaal onder de pannen zitten hebben om er tegen te koppelen… en dan moet een mens hopen dat het ‘pakt’!  Eens dergelijke ‘kweeklijn’ is ontstaan, moet de liefhebber in kwestie de kunst verstaan de ‘dominante eigenschappen’ in zijn stam te verankeren… enerzijds door een stuk kweek in ‘familieverband’… maar ook door op tijd en stond een scheut ‘vers bloed’ te injecteren! Geeft toe, makkelijker gezegd dan gedaan, en vaak een werk van ‘jaaaaren’… al zijn er mensen die dit blijkbaar toch in de vingertoppen hebben… een gilde waarvan Gommaire Verbruggen nu bijna 40 jaar ononderbroken deel uitmaakt. Al geeft Gommaire toe dat het een ‘blijvende ‘zoektocht is, die nooit stopt… anders ben je gezien! En bovendien, zoals hoger vermeld… niet ieder schot is een haas! Wie denkt dat hij op zijn lauweren kan rusten… speelt met vuur! Wie regelmatig met de fiets de weg opgaat zal al ondervonden hebben dat de weg naar de ‘top’ veel moeilijker is… meer inspanningen vergt, en veel langzamer verloopt… dan de weg naar het ‘dal’! Als fietser zal je best tevreden zijn als je de top hebt bereikt en aan de afdaling kan beginnen… het omgekeerde geldt in de duivensport! Dit laatste is een ‘gevarenbord’ op de weg, waar men als liefhebber steeds beducht moet voor zijn.

In die optiek liggen echte ‘topliefhebbers’ ook steeds op de loer… op de uitkijk… want wanneer zich een ‘opportuniteit’ voordoet,is het vaak zaak er als de kippen bij te zijn… de concurrentie zit immers ook niet stil! Zo slaagde Gommaire Verbruggen erin om opnieuw 2 ‘fenomenale toppers’ naar zijn hok te transfereren met de ‘Ballon’ en de ‘Speedy’… waarin hij hoopt een nieuwe ‘As’ te ontdekken. Laten we beide klasbakken even van naderbij bekijken:

-De ‘Ballon’ B06-2246393
is afkomstig van de hokken van Kristiaan Hennes uit Rotselaar, waar hij werd gekweekt en gespeeld. Hij komt langs vaderszijde uit ‘Zoon Dirk’ B03-2183842… niet zomaar de eerste de beste, want zijn ‘volle zus’ is moeder van de 1° Nat Argenton bij Jos Deno-Herbots! Hij komt dus uit de ‘Dirk 571/02’ (op zijn beurt zoon van de ‘ 5° Prov Chateauroux 077/85’ x ‘Dochter Kannibaal 658/00 Van Dyck) x ‘Dochter Muiske 308/01’ Frans Van Beirendonck. Langs moederszijde brengt men ons naar Dentergem… want de moeder van de ‘Ballon’ is een rechtstreekse ‘Dochter Bliksem’ B05-3006565 van Gaby Vandenabeele (dus uit supercrack ‘Bliksem 062/98’ x ‘Goed Jong 535/04’). Deze supercrack ‘Ballon’ verhuisde in het najaar van 2009 naar de kweekstal Gommaire Verbruggen, die enorm onder de indruk was van deze duif… niet enkel en alleen omwille van zijn bouw en afstamming, maar bovenal om zijn geweldige prestaties!
De ‘Ballon’ zette volgende topprestaties neer:
’07 Soissons        752 d.       1
’07 Pithiviers        313 d.      7
’08 Pithiviers        367 d.      5
’08 Pithiviers        389 d.      11
’08 Montluçon S/Nat    7.302 d.    70
’08 Argenton S/Nat    3.144 d.  1
’08 Argenton Nat    5.208 d.    19
’09 Momignies        387 d.        8
’09 Pithiviers        778 d.          7
’09 Pithiviers        964 d.          2
’09 Bourges D & D    664 d.       1
    Nat Zone B    9.061 d.    11
    Nat.        27.506 d.    73
’09 Argenton Nat    9.901 d.    47
’09 Pithiviers        964 d.        2    enz…

Wie er nog mocht aan twijfelen dat ‘crackduiven’ uit ‘crackduiven’… en ‘asduiven’ uit ‘asduiven’ afstammen… krijgt hier toch wel een ‘levend bewijs’ met deze ‘Ballon’ met in zijn pedigree wereldberoemde duiven als de ‘Kannibaal’ (1° Nat Asduif Halve Fond KBDB), de ‘Bliksem’ (1° Prov Poitiers 1.448 d., 2° Prov Chateauroux 4.662 d., 4° Prov Ruffec 1.778 d., 5° Prov Perigueux 1.119 d… en beste zware halve fondduif van ons land in 2000), de ‘Kolonel’ (1° Prov Asduif Fond KBDB ‘95’), en natuurlijk de wonderbaaarlijke ‘Wittenbuik’ (3 x 1° Provinciaal winnaar)! Dit ‘nieuwe paradepaardje’ van de kolonie Gommaire Verbruggen heeft zoals u kan zien, een pedigree om van te snoepen!

-De ‘Speedy’ B07-2090939
Beste duif van België in 2009 op de 3 Nationale ‘Grote Halve Fondvluchten’ (Bourges 1, Bourges 2 en Argenton 1, zie ranking op PiPa).
Deze duif is afkomstig van Geoffrey Janssens uit Baal! Zijn vader is afkomstig van het gekende tophok op de snelheid van Jef De Wever: de ‘Geschelpte Vitesser’ B04-2202420 (zoon van de ‘Grijze 643/03’ x ‘Duivin 093/03’) x ‘Celis-duivin’ B03-2242332, een rechtstreekse Carine Celis (die een vader heeft met heel veel Houbenbloed, namelijk de ‘Grootvader 1° Asduif Hafo 99’ 636/96 x ‘Blauw uit Goed Koppel 626/01’, met Wouters-Coremans-bloed). Deze ‘Speedy’ zette een voortreffelijke erelijst neer:
’07 Bourges    Nat    31.824 d.    129
’07 Gueret    Nat    12.586 d.    407
’08 Melun        521 d.        6
’08 Argenton    I.Prov    5.883 d.    50
’08 Bourges    Zone    6.222 d.    2
        Nat    16.771 d.    12
Argenton Nat    Zone B    6.177 d.    121
’09 Pithieviers        1.068 d.    3
’09 Bourges 1     Prov    3.142 d.    4
    Nat    Zone B    11.051 d.    15
        Nat    27.508 d.    77
’09 Argenton    Nat    9.901 d.    59
’09 Issoudun    S-Nat    4.488 d.    20
’09 Blois    Prov    1.419 d.    9
’09 Bourges    I.Prov    4.506 d.    3
        Nat    11.756 d.    17

Met de aankoop van deze 2 gigantische supercracks hoopt Gommaire straks opnieuw zijn ‘wagonnetje’ aan te pikken  bij de ‘absolute toppers’ op de provinciale en nationale ‘grote halve fond’-wedstrijden, en zo opnieuw een stuk toekomst veilig te stellen. Te beginnen met de jonge duiven in 2010, waarvoor Gommaire een vrij omvangrijke ploeg in stelling wil brengen.
Kijk, zegt Gommaire… het duivenspel is de jongste 10 seizoenen enorm geëvolueerd… en dan moet je trachten mee te springen in de bres… ofwel deze evolutie al dan niet lijdzaam ondergaan. In de gloriejaren van pakweg de ‘Teen’, ‘020’, ‘Kletskop’ en ‘Kadet’ was het zo dat Gommaire naar de ‘grote halve fondklassiekers’ trok met een 10-tal oude duiven (uitzonderlijk eens 12 of 15)… waarvan hij enkele uitslagen kan voorleggen met 4 tot 5 duiven binnen de ‘Top 100’ Nationaal. Buitengewoon grandioos! Toch is het spel tegenwoordig zo geëvolueerd dat men een liefhebber met hooguit een 10-tal duiven in wedstrijd, gewoon niet meer ziet staan op de uitslag tussen al de ‘megahokken’. Vroeger kreeg men ‘veel’ liefhebbers aan de start met een ‘klein ‘ select groepje duiven… tegenwoordig is het net andersom, en krijg je een pak ‘minder’ liefhebbers aan de start (we zijn ondertussen met ook veel minder liefhebbers), maar dan wel met ‘veel’ duiven… aldus Gommaire. Noem het gerust een stuk ‘succes’ dankzij de ‘massa’! Woorden die we ook al uit de mond van een Pros Roosen hoorden luiden (de man die in het verleden met hooguit 2 tot 4 duifjes richting nationaals trok)…  die ook uit noodzaak op die situatie zal proberen in te spelen! Vroeger kon je er prat opgaan dat een topduif op de nationale uitslag met grote zekerheid, ook een ‘echte topper’ was… tegenwoordig ziet men mannen meerdere topduiven halen met hun 35° of hun 60° getekende… of in het slechtste geval met hun 90° of 100° getekende. Dergelijke  duiven overschaduwen dan dikwijls de ‘topprestatie’ van de echte ‘crack’ die daar tussen staat als 1° getekende van 4 of 6 ingekorfde duiven! Het is een evolutie die zich de jongste seizoenen ontwikkelt heeft, en die door niets of niemand meer af te stoppen lijkt.  De evolutie naar het spel met de ‘duivinnen’ (die iedere week de mand ingaan)… die tegenwoordig toch de scepter zwaaien op de ‘grote halve fond’… en het ‘totaal weduwschap’ zijn daar zeker niet vreemd aan, verduidelijkt Gommaire.

In die optiek nam Gommaire de vrij kordate beslissing om alle oude vliegduiven voor de ‘grote halve fond’ eind 2009 van de hand te doen (enkel met de fondploeg zal in 2010 met de oude duiven in de arena worden getreden), en voor 2010 enkel en alleen met jonge duiven de provinciale en nationale ‘grote halve fond’ aan te pakken. Een deel van zijn ploeg jonge duiven zal nu op weduwschap worden gespeeld (gekoppeld aan oude partners), de rest zal op de ‘schuifdeur’ worden gespeeld. Misschien dat Gommaire er stiekem van droomt om straks ook eens met ploeg van 50 of 60 jonge duiven… (wie weet zelfs een 100-tal) richting Bourges en Argenton te trekken… innerlijk borrelt die ambitie intens… maar uiterlijk zal je Gommaire nooit tot dergelijke uitspraken kunnen verleiden… en blijft hij net als in het verleden zeer behoedzaam, wetende dat het verschil tussen ‘winst’ en ‘verlies’ in de duivensport, vaak in een klein hoekje schuilt. Op dat vlak moet je een ‘ervaren rot’ in het vak als een Gommaire Verbruggen al lang niks meer wijsmaken! Maar dat de ambitie om te ‘schitteren’ op de ‘grote halve fondklassiekers’  nog even ‘groot’ is als de nabije ‘basiliek van Scherpenheuvel’… zoals in de tijd der gloriejaren van de ‘Kletskop’ en zijn trawanten… staat als een paal boven water. Laat ons alvast tezamen met Gommaire hopen dat de ‘Ballon’ en de ‘Speedy’ op dat vlak hun steentje zullen bijdragen in de heruitbouw van een vliegploeg oude duiven, die de komende jaren opnieuw zal schitteren als een ‘ster’ aan de hemel… zoals dit reeds bijna 40 jaar het geval is geweest daar aan de voet van de ‘basiliek van Scherpenheuvel’, te Kaggevinne! Iets wat we uiteraard op de voet zullen volgen!