Lievens Gregoor, Ham

Ham : Ik had Gregoor Lievens eigenlijk in 1999 moeten bezoeken, maar wegens tijdgebrek was er dit toen niet van gekomen. Zijn opvallendste uitslag van dat jaar was Barcelona waarop hij met twee duivinnen vooraan zat:
nationaal 13.966 d.: 34-48. Deze duivinnen. waarover later meer, zijn daarna verkocht aan zijn vriend Wijnand de Bruyn uit Balen. Ik kom hierop later terug omdat de pedigree .van deze dames, de stam Gregoor Lievens typeren. Na zijn mooie uitslagen, in 2001 op Perpignan en met een nieuwe lichting duivinnen op Marseille, wachtte ik niet langer. Ik trok naar Limburg en aangezien dit vlakbij mijn woonplaats ligt, was ik 20 minuten later aan het huis van Gregoor.

Levensverhaal en stamopbouw :
Geboren in 1938, begon Gregoor al in 1947" met de duiven. Een aangelopen vreemde' duif vond zijn nieuwe woonst boven het kolenhok. De jonge Gregoor vond dit wel leuk en van Louis Vermeyen kreeg hij nog enkele duifjes bij. Aanvankelijk werden zij ook boven het kolenhok gehouden. Wegens de slechte bereikbaarheid van dit 'hok', werden De duiven op de grond gevoederd met kippeneten. Toen Gregoor een andere vreemde, duif op zijn hok kreeg, bleek deze van Jefke; Put uit Westerlo, met een duivin van Vermeyen en een goed kweekkoppel te vormen. Verschillende jaren speelde Gregoor, net als zijn vader destijds, goed op de snelheid. Gregoor had wel grote problemen met het binnenlopen van de duiven. Dat de jonge Gregoor zo'n snelheidsduivels bezat, was ook andere liefhebbers opgevallen en zij kwamen om te ruilen. 'Het gevolg hiervan was', legt, Gregoor uit, 'dat zij met mijn soort geweldig begonnen te spelen en ik met hun soort slechter en slechter. Ik speelde 3-4 jaar echt slecht. Dit vergeet ik nooit meer. Die vreemde rassen deed ik op den duur maar weg en, met de oorspronkelijke Vermeyen duiven ging alles toen beter'. In 1969 verhuisde, Gregoor naar Ham. In Ham ging hij aanvankelijk halve fond spelen met dezelfde soort, Vermeyen maar ook L. Pepermanst -Zemst. Van 1972-1978 werd Gregoor algemeen kampioen op halve fond (lokaal), in 1975 en 1978 zelfs provinciaal kampioen halve fond 1 Limburg, vóór legende Jan Grondelaars. In 1977 en 1978 speelde hij goed met duiven van professor Van Grimbergen en Carlens.
In 1978 begon Gregoor een manage, hij was ook paardenliefhebber en moest zijn tijd verdeeld worden tussen de paarden en de duiven. Regelmatig kwamen er duiven bij om meer naar de grote fond te gaan. Zo vernoem ik zeker Cobut, Jan Theelen via J. Broens, zoon Dolle van Marijn van Geel, Wijnacker, Van Brueane. De laatste jaren veel samenkweek met zijn vriend Wijnand de Bruyn die voor veel geld duiven kocht op openbare verkopingen (vooral Saya, ) met Nederlands fondbloed. Beide partijen hebben voordeel uit deze samenkweek want de mooie prestaties van W. de Bruyn van 2001 zijn te danken aan dit kweeksucces met Gregoor Lievens. Op fondgebied met Gregoor al terugkijkend op enkele mooie overwinningen, 2 keer 1 e internationaal Lourdes met duivinnen (13e tegen de doffers), 1x..e internationaal Perpignan met duivinnen (7e tegen doffers) ras Carlens.
Van 1999 af speelt Gregoor op twee plaatsen; de nestduiven met wat kwekers boven de manege, de weduwnaars en de jongen achter zijn woonhuis. Het hok boven de manege zal geleidelijk aan verdwijnen. Er werden verleden jaar en dit jaar al geen jongen meer gezet. De bedoeling is om hier nog 2 jaar door te gaan met de nestduiven en dan alles achter zijn woonhuis te zetten. Het duivenbestand zal nog drastisch omlaag moeten.

Methode :
Op de manege (zie foto) huizen 40 koppels vliegduiven. Zij worden op nest gespeeld en belangrijk, de natuurmethode. Tijdens de wintermaanden, alles werd gescheiden eind september, gaan afwisselend de doffers en de duivinnen buiten. Ze krijgen geen drinken zodat ze verplicht zijn in de plassen of de vijver nabij de manege hun drinken te zoeken. 's Avonds 'gooit' Gregoor een goedkope mengeling (tijdens rui aangevuld met eigen kweek tarwe en later met gerst) op de vloer. Tussen de mest zoeken de duiven hun eten. Ja, kuisen doet Gregoor maar 1 keer per jaar en ik denk dat hij dit al eens overgeslagen heeft. Maar let wel op, dit zolderhok is kurkdroog.
Half maart wordt alles gekoppeld. Er is gedurende de hele lente en zomer open hok. De nestduiven komen en gaan zoals ze zelf willen. Dan is er wel een drinkpot op het hok, maar die wordt geen 2 keer per dag uitgekuist, alleen bijgevuld. Een dag per week zijn er vitaminen in het drinken en dan blijven de hokken gesloten want zij zijn gewoon van in plassen te drinken. Op het eerste nest worden de nestduiven gespeeld tot 250 km. Op een tweede nest naar Pau, Barcelona, Marseille, Perpignan, de doffers vooral Beziers. Hierna mogen ze nog 1 of 2 nesten krijgen maar er zijn geen vluchten meer. Gregoor neemt gewoonlijk veel duiven mee op enkele vluchten. Meestal de duivinnen op jongen van 3-4 dagen en de doffers en kijkt niet echt naar nestposities, of hoe mijn duiven trainen. Als er een vlucht is, neem ik de duiven die er het beste uit zien. Zo eenvoudig is het'. Op het houten hok achter het woonhuis huizen 42 weduwnaars (inclusief jaarlingen) en 200 jonge duiven. Ook hier wordt er niet gekuist; eens per jaar en elke dag de bakken van de weduwnaars zodat Gregoor toch het nest in het oog kan houden. Deze jonge duiven mogen 's morgens los na de weduwnaars en moeten hun plan leren trekken. 'Geen enkele kuur, die dood gaan zijn te zwak. Op het einde van het jaar leer ik ze op, soms zelfs dat niet'. De weduwnaars worden gekoppeld half maart en mogen één ronde jongen kweken. Tijdens het weduwschap trainen ze slechts één keer, 's morgens voor een uur. 'Een vast uur om ze te lossen heb ik niet. Als ik zin heb om wat langer te slapen, doe ik het!' Overal ligt erwtenstro en de verluchting is perfect via oude boomse pannen. Als jaarling vliegen zij tot Limoges (650 km.). Als ze ouder zijn Brive (680 km.) of Chateauroux en twee internationale vluchten. Na het seizoen mogen ze een nest grootbrengen en nog enkele dagen broeden. Voor inkorven laat Gregoor altijd de duivinnen zien. Hij laat de doffers los en daarna de duivinnen vanuit hun ren. Alles vliegt in de lucht maar na enkele minuten zit alles rustig in de woonbak. Zo mogen ze enkele tientallen minuten bij elkaar en kan Gregoor in alle rust de doffers inmanden.

Belangrijkste duiven :
De beste weduwnaar van het afgelopen jaar was 5103141-97, een kruising Cobut, Carlens 'Dolle', Marijn van Geel. Hij is een halfbroer van de 197 -96 (34e nationaal Barcelona 1999. De vader van deze duiven is 5048194-92 (zeer goede vlieger met o.a. 362e nat. Brive, 349e nat. Brive, 630e internat. San Sebastian, 107 4e internat. Dax. Hij was nog een rechtstreekse zoon van de beroemde Dolle. Deze zoon Dolle NL2002722- 75 bevruchtte tot zijn 15e jaar en de nestzuster gaf bij Wijnacker fantastische duiven. De moeder van de 194-92 was ook rechtstreeks M. van Geel NL7050029-83. De weduwnaar miste zijn prijs nog niet en vloog in 2001, na slechts 400 km. in de vleugels, 260e nat. Pau en 190e nat. Perpignan.
Een andere goede weduwnaar dit jaar was 5103178-97. Hij won 87e nationaal Perpignan en 255e nationaal Dax. Zijn volle broer 055-97 was de beste vlieger in 2000 maar was dit jaar gekwetst teruggekeerd van een opleervlucht en niet gespeeld. Hij zal er wel in 2002 terug staan. Hun vader is 931-94 (99e nat. Barcelona en dan door sperwer gedood) uit NL 1016767 - 93 (Wijnacker) x NL93-16827 -93 (Wijnacker x Dolle. De moeder is 106-96 (3 keer Barcelona. Een jongere doffer die dit jaar zijn neus aan het venster stak, was de weduwnaar 358-99 die bij zijn eerste fondvlucht Perpignan al 59e nationaal liet noteren. Zijn afstamming is het volgende.
De vader 612-98 (zoon 385-92 (zoon 'Teletekst' Wijnacker), de moeder is 817 -98, een dochter van het beste kweekkoppel van het ogenblik. De vader is niet beter dan NL 1821411-92 de Bonte Marathon Saya, gekocht op de verkoop door W. de Bruyn, gekoppeld aan de duivin 825-89 (laat jong van '91 met oude ring geringd). Deze duivin vloog o.a. 156e nat. Perpignan '94, 366e internat. San Sebastian, 741 e internat. Pau '95, 706e internat. Pau '96. Zij is een halfzuster van de 178-94 (48e nat. Barcelona 1999. Haar vader is 064-84 (vloog 6 op 7 en is 100% Carlens) en moeder 766-89 (vloog 6 op 8 en was Cobut x 198-82, 1 e internat. Lourdes do. Uit zoon Dolle. De doffer 908-94 vloog dit jaar voor de 6e keer met succes Barcelona. Hij werd in de manege op nest gespeeld. Hij is een volle broer van 931-94; vader NL767 -93 (Wijnacker), de moeder NL827-93 (Wijnacker x Dolle)
De duivinnen die in 1999 voor 2 kopprijzen zorgden waren 197 -96 (34e nationaal) en 178-94 (48e nationaal. Zij werden na dit exploot aangekocht door W. de Bruyn maar Gregoor krijgt er elk jaar jongen van terug. De 197 -96 is een dochter van 194-92 (zoon Dolle x Martha van Geel) met 096-92 (Martha van Geel x superduivin 018-88 Cobut x Carlens. De 178-94 is een dochter van 064-84 (Carlens) met 766-89 (Cobut x Dolle. Ja, bij Gregoor gaan de duiven niet zo snel op het kweekhok. Ze moeten eerst vele jaren presteren. De duivin 933-94 ging weer mee naar Barcelona (79e nationaal duivinnen) en 451 e nationaal Marseille. Zij is een zuivere Carlens duivin, een laatste dochter van de 1 e internationaal Perpignan '84 van Gregoor.
Op Marseille maakte Gregoor een schitterende uitslag met nieuwe duivinnen van 1988. Op het einde van dat jaar deed hij voor het eerst samenkweek met Wijnand de Bruyn. Gregoor was tevreden met een late ronde jongen en zette ze boven z'n manege. Gregoor liet ze allemaal goed uitgroeien (het waren zeker 80-100 duiven!) en zij moesten nu als 3 jaarse voor de eerste keer naar de grote fond. Ze waren in forme zoals het resultaat bewijst. Internationaal duivinnen: 16-44-49- 73-92-281-289-317 -463. Internationaal 13.615 oude duiven: 157 -575-680-1011 (1 e get.)-1302-2757 -2805.

Slot :
Gregoor is een sympathieke man die graag met veel duiven naar de grote fond gaat. Hij is geen man van kampioenschappen want die vult hij niet in. Er is maar één kampioenschap dat hij de moeite vindt en dat is de WESM. Daar wil hij zich wel eens voor inzetten. Op dit hok zit klasse, ongetwijfeld en als hij zijn belofte standhoudt om wat minder duiven te houden, zullen we hem in de toekomst meer en meer tegenkomen.