Ik tref Cees op een donderdagmiddag, tegenover de duivenverblijven, verkoeling zoekend in de schaduw. Het is warm. Is zijn droomwens in vervulling gegaan? Uiteindelijk hebben zijn duiven weer onweerstaanbaar toegeslagen, nadat ze al jaren rakelings bij zaten.

Als men aan een van de Nederlandse fondmatadoren bij de seizoensaanvang zou vragen wat het hoogst genoteerd op het verlanglijstje staat, dan mag men er donder op zeggen dat het antwoord luidt: een nationaal concours winnen of bij de top tien van het officiële (NPO) kampioenschap eindigen.
Ik stelde de vraag aan Cees.
Cees: ‘Het winnen van het algemeen kampioenschap Meerdaagse van Nederland. In 2007 eindigde ik als 7e en in 2008 als 2e, is het laatste doel en een enorme uitdaging om te eindigen als 1e.’
Op dinsdagmiddag 6 oktober 2009 kwam het verlossende en unieke nieuws: C.C.M. Luykx, 1e algemeen kampioen Meerdaagse fond van de N.P.O. (Nederland) 2009.
De uitslagen waren in 2009:
Nationaal sector 1, Mont de Marsan (10.231 duiven) ingezet 11, prijs 91e, 651e, 1232e, 2492.
Nationaal sector 1, St.Vincent (13.202 duiven) ingezet 16, prijs 24e, 379e, 1002e, 1534e, 1550e, 2921.
Nationaal sector 1, Montauban (18.668 duiven) ingezet 9 , prijs 49e, 118e, 930.
Nationaal sector 1, Tarbes ( 9.995 duiven) ingezet 10, prijs 28e, 90e, 799e, 1039.
Nationaal sector 1, Bordeaux (18.023 duiven) ingezet 14, prijs 40e, 485e, 557e, 810e, 4142.
Nationaal ZLU Barcelona (8.042 duiven) ingezet 4, prijs 221e, 976e, 981.
Nationaal ZLU Perpignan ( 18.390 duiven) ingezet 8, prijs 6e, 306e, 465e, 1286.
Hoe komt Cees aan zulke duiven?
De start werd gemaakt in 1973 en was er eentje uit de “Oude Sproet’ van Piet Lazeroms. Was dat nu zo vreemd? De West-Brabantse duiven overheersten op de zware overnachtvluchten. Een selecte groep liefhebbers, waar Jan Aarden deel van uitmaakte maar ook liefhebbers als Meesters, Schouteren, Cools, de Weert, Van Agtmaal, Ligtenberg, Van de Par, Soffelen. V.d. Wegen en anderen waar me nu de namen niet van binnen schieten, hebben samen de ‘West-Brabantse’ fondduif gecreëerd. Wie dat zeer goed in de gaten had, was Piet Lazeroms uit Zegge. Piet, liefhebber van de grote fond kocht ze in overdaad bij Toon Ligtenberg, Toon Stoffelen, Van Agtmaal en Jan van der Par.
Fantastische fondduiven maar onder de besten zitten er altijd nog die er boven steken en dat waren o.a. ‘ De Sproet’ van Piet Lazeroms. Zij won o.m. de 2e nationaal St.Vincent 1968 en werd moeder en grootmoeder van zowel nationale als van internationale topduiven. Even andere wereldduif was de ‘26’. Zij won 6e nationaal Dax, 16e nationaal Dax, 4e nationaal Dax, 44e nationaal Dax, 13e nationaal St.Vincent en een 17e nationaal St.vincent. Velen wisten de weg naar Zegge te vinden en velen kweekten er duiven uit die in de top van de nationale en internationale marathonvluchten legendarische roem vergaarden.
Cees kwam dus bij Piet Lazeroms en bleef er komen. En niet voor niets. Duiven en eieren uit alle beroemde duiven kreeg Cees. Het is en het was ook niet zo verwonderlijk dat op de voorpagina van de totale verkoop in 1990 (alle oude duiven) van Piet Lazeroms een duif (‘t Kleintje) stond afgebeeld van Cees Luykx.
Cees: ‘Kweken doe ik in het soort; de duiven van Piet Lazeroms, en anderen waarvan ik weet dat duiven van oorsprong het soort van Piet Lazeroms tenminste 25% in zich hebben ‘.
Cees, hoe stel je de koppels samen en waar let je op: ‘Ik kijk uitsluitend naar de afstamming en let daarbij zeer goed op, dat ik twee goed presterende bloedlijnen blijf voeren in de koppeling. Een duif in de hand keuren, doe ik niet. Al die nonsens over het keuren van een duif is aan mij niet besteed. De mand voert bij mij de selecte uit. Ik zal je eens een anekdote vertellen: Een bekende combinatie selecteerde eens zijn jonge doffers op de hand. Zij konden er slechts 20 plaatsen en hielden er 9 over. Op voorspraak van hun vader werden deze laatste 9 in het jonge duivenhok geplaatst. En wat bleek, aan het einde van het seizoen waren van die 9 ‘uitgeselecteerde’ doffers er nog 8 over en van die eerste 20 ‘geselecteerde ‘ nog maar 3. Dit was voor mij weer het bewijs dat men door handkeuring niet echt vooruit komt in de sport en dat heel veel goede duiven al eruit gedaan worden alvorens zij goed getest zijn. Het gaat immers om het karakter en de slimheid van de duif om te kunnen presteren ’.
Cees: ‘Een duivenliefhebber is in feite de coach van een stel topsporters. Duiven kunnen we immers beschouwen als atleten die prestaties moeten leveren, wij dienen als coach de omstandigheden voor onze duiven zodanig te beïnvloeden dat juist op ons hok te beste prestaties worden geleverd. Immers, ook andere duivenliefhebbers – andere coaches- zitten niet stil, zij denken ook steeds na hoe zij hun atleten tot betere prestaties kunnen brengen. In feite zijn we dagelijks bezig met coachen. Het is daarbij goed te weten tot welk type coach we ons aanrekenen. Ga er maar van uit dat duiven geen fouten maken, als er niets wordt gepresteerd op een duivenhok ligt dat aan de coach. De coach kan alles beïnvloeden, de omstandigheden zo bijstellen dat de duiven tot topprestaties komen. Hij zorgt er voor dat zijn duiven presteren, dat er een lijn en een spelwijze in te ontdekken valt. Verander dus niet telkenmale standpunt en van systeem even vaak als overdreven mode bewuste vrouwen hun garderobe verwisselen’.

Het opbouwen van een eigen stam is niet ieders werk. Er komt veel kennis van het ras en fokkersbekwaamheid bij kijken. Gelukkig is Cees Luykx een persoon die het vak verstaat. In het algemeen kan men zeggen dat goede kwekers uitstekend materiaal bezitten. Met zulk materiaal gaat het erom door bloedverversing, dus door paring van duiven van gelijk ras met verschillende bloedvoering het ultieme doel te bereiken. Het sterkste verhaal is in mijn ogen de gewoonte van Cees om, indien men een bon voor een jonge duif van Cees heeft gekocht, hij zegt: ‘kom ze maar halen en kies maar uit, ik houd wel wat men niet wenst en ze voor mij laat zitten.’ Alleen bezitters van een schitterend en van een fenomenaal ras kunnen zich een dergelijke edelmoedigheid veroorloven, zonder risico te lopen er aan te gronde te gaan. Cees maakt zich geen zorgen. Hij heeft een rotsvast vertrouwen in zijn ras.
De duiven van Cees huizen in keurig onderhouden en inmiddels zwaar beveiligde hokken die overigens binnen het toonbeeld zijn van eenvoud. De hokken worden zo nodig tweemaal daags schoongemaakt. Het spel is voornamelijk het klassieke weduwschap met doffers met daarnaast wat koppels op het nest.
Cees is de man van de regelmaat. Hij is zeer, zeer stipt in het vliegseizoen. De duiven worden op een vaste tijd uitgelaten en verzorgd. Als hij bemerkt, dat zijn duiven qua gezondheid te wensen overlaat, schroomt hij niet te handelen en raadpleegt de dierenarts. Voor de rest kent hij geen geheimen. Of zou het geheim zitten in de eenvoud van zijn handelen? Zijn totale duivenbestand telt in de winter slechts een 90tal duiven.
Cees Luykx, een liefhebber die met een relatief klein duivenbestand al jaren grote successen weet te behalen op de grootste en attractieve concoursen in en van Nederland. En zich vanaf nu een ware grootmeester in de duivensport mag noemen.